Passieve hoofdelijkheid.
Bij passieve hoofdelijkheid zijn er meerdere schuldenaars waarbij de schuldeiser mag kiezen welke schuldenaar hij aanspreekt tot betaling van de schuld. Een verbintenis is hoofdelijk wanneer deze meerdere subjecten heeft die elk tot het geheel gehouden of gerechtigd zijn. De hoofdelijkheid kan zowel actief als passief zijn.
Bij passieve hoofdelijkheid bevrijdt de betaling door één schuldenaar de andere schuldenaars, maar er moet nadien een verdeling gebeuren tussen de schuldenaars onderling.
De passieve hoofdelijkheid komt in de praktijk zeer vaak voor. Dit is een belangrijk instrument voor de schuldeisers. Schulden kunnen bij passieve hoofdelijkheid bijvoorbeeld eenvoudiger worden geïnd, ook biedt het bescherming tegen insolvabiliteit van één van de schuldenaars.
De passieve hoofdelijkheid kan uit diverse bronnen voortvloeien.
- Uit de wet.
- Uit het contract.
- Uit een gewoonterechtelijke regel.
- Uit een algemeen rechtsbeginsel.
De schuldeiser kan afstand doen van de hoofdelijkheid, zonder afstand te doen van de vordering zelf.
Passieve hoofdelijkheid als uitzondering op het principe van de deelbaarheid van de verbintenissen.
Verbintenissen zijn in principe deelbaar. De verbintenis wordt gesplitst in evenveel delen als er partijen zijn. Er bestaan drie uitzonderingen uit het principe van de deelbaarheid. Ten eerste bestaan er ondeelbare verbintenissen, ten tweede bestaan er ook hoofdelijke verbintenissen en ten slotte zijn er ook verbintenissen in solidum.
De gevolgen van de passieve hoofdelijkheid.
De rechtsgevolgen verschillen naargelang de rechtsverhouding.
In de passieve hoofdelijkheid is er een rechtsverhouding tussen de schuldeiser en de schuldenaars, dit is de obligatio-verhouding. Daarnaast is er ook een rechtsverhouding tussen de schuldenaars onderling, dit is de contributio-verhouding.
- In de verhouding tussen schuldeiser en schuldenaars (obligatio).
In de obligatio-verhouding wordt er een verder onderscheid gemaakt tussen de hoofdgevolgen en bijkomende gevolgen. Er zijn twee hoofdgevolgen.
Ten eerste geldt er eenheid van voorwerp. De schuldeiser mag zelf kiezen welke schuldenaar hij aanspreekt voor het geheel. De betaling door één schuldenaar bevrijdt de andere schuldenaar.
Ten tweede is er een pluraliteit van rechtsbanden. Elke schuldenaar heeft een eigen rechtsband met de schuldeiser, die kenmerken kan vertonen die enkel gelden voor deze rechtsband.
Er zijn ook een aantal bijkomende gevolgen. Zo heeft de ingebrekestelling van één schuldenaar uitwerking jegens alle schuldenaars en doet deze moratoire intresten tegen hen lopen. Daarnaast geldt bijvoorbeeld ook de stuiting van verjaring tegenover één schuldenaar, eveneens als stuiting van de verjaring tegenover alle schuldenaars.
- In de verhouding tussen de schuldenaars onderling (contributio).
In de contributio-verhouding kan de schuldenaar die de schuld betaalde, zich verhalen op de medeschuldenaars. In beginsel geldt er een gelijke verdeling, tenzij er anders bedongen is of er een ongelijk belang is. Wanneer één van de schuldenaars insolvabel is wordt het aandeel van deze schuldenaar naar evenredigheid teruggeslagen op alle schuldenaars.