Deelbare, gezamenlijke, of samengevoegde verbintenissen
Het principe van de deelbaarheid van de verbintenissen betekent dat van zodra er meerdere schuldeisers en/of schuldenaars zijn, de verbintenis deelbaar wordt. Men spreekt ook van gezamenlijke verbintenissen, wat ietwat verwarrend is, of van samengevoegde verbintentenissen. Dit principe vindt men niet terug in het Burgerlijk Wetboek. Wel heeft men de regel van deelbaarheid in artikel 1220 BW uitdrukkelijk vermeld voor de erfgenamen van een partij.
Pluraliteit van schuldeisers en/of schuldenaars kan al van bij het ontstaan de overeenkomst aanwezig zijn, maar het is ook mogelijk dat pas na de contractsluiting pluraliteit intreedt, bijvoorbeeld bij het overlijden van een partij, waardoor diens erfgenamen de verbintenis erven.
Bij verbintenissen met maar één schuldenaar en één schuldeiser geldt als algemene regel dat de verschuldigde prestatie ondeelbaar is (artikelen 1220 en 1244, 1e lid BW).
Gevolgen van de deelbaarheid
De verbintenis wordt verdeeld in zoveel delen als er partijen zijn. Dit gebeurt zowel aan de actieve kant als de passieve kant van de verbintenis. Elke schuldeiser zal niet meer dan zijn aandeel kunnen vorderen. Elke schuldenaar kan slechts gehouden worden tot het leveren van zijn aandeel van de prestatie.
Belangrijk is dat men hier te maken heeft met volledig onafhankelijke rechtsverhoudingen tussen de schuldeisers en de schuldenaars. De verschillende schuldenaars zullen dus niet instaan voor elkaars insolvabiliteit (ontoereikend vermogen). De deelbaarheid is bijgevolg een groot risico voor de schuldeisers.
De ingebrekestelling van één van de schuldenaars zal dus enkel ten aanzien van hem werken, evenals de stuiting of de schorsing van de verjaring t.o.v. één schuldenaar, zal geen gevolgen hebben t.o.v. de andere debiteuren.
In principe heeft iedereen een even groot aandeel. Echter kan hiervan afgeweken worden in de overeenkomst.
Uitzonderingen op de deelbaarheid van verbintenissen met meerdere subjecten
In het recht kent men drie uitzonderingen op de principiële deelbaarheid van de verbintenissen met meerdere subjecten.:
- de ondeelbare verbintenis
- de hoofdelijkheid
- de verbintenis in solidum.
Het wetsvoorstel van 3 april 2019
Het wetsvoorstel van 3 april 2019 creëert een nieuw artikel voor de deelbare verbintenis. Het herneemt de geldende voorwaarden die men in de rechtspraak en rechtsleer heeft ontwikkeld.
Het nieuwe artikel 5.233. luidt als volgt:
Ҥ 1. Een verbintenis met meerdere schuldeisers of schuldenaars wordt van rechtswege onder hen verdeeld. De verdeling vindt ook plaats tussen de erfgenamen van een schuldeiser of een schuldenaar.
De verdeling geschiedt in gelijke delen, tenzij een wettelijke of contractuele bepaling of, bij gebrek daar- aan, de concrete omstandigheden een andere verdeling rechtvaardigen.
§ 2. Het beginsel van de verdeling lijdt uitzondering wanneer de verbintenis hoofdelijk, ondeelbaar of in solidum is.”
De inwerkingtreding van het nieuwe artikel aangaande de deelbare verbintenis is voorzien voor op de eerste dag van de achttiende maand na die waarin ze is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.