Hoe verdeelt men de goederen na de beëindiging van de feitelijke samenwoning?
Wanneer de feitelijke samenwoning wordt beëindigd, neemt elke partner zijn eigen goederen (en de opbrengst ervan) terug. Het statuut van feitelijk samenwonende zal geen gevolgen teweegbrengen ten aanzien van de goederen van de partners. Iedere partner blijft de exclusieve eigendom over zijn goederen behouden. Onverdeeldheid van de goederen komt in theorie niet tot stand bij het ontstaan van de feitelijke samenwoning, tenzij de samenwoners goederen tezamen aankopen, in welk geval deze hen wél in onverdeeldheid toebehoren. Iedere partner (of zijn erfgenamen) zal moeten bewijzen dat hij de exclusieve eigendom heeft over de goederen die hij wil opeisen.
Hoe bewijst elke partner zijn exclusief eigendomsrecht?
Voor de onroerende goederen kan men simpelweg naar de eigendomstitel gaan kijken. En zo weet men gemakkelijk wie de eigenaar is.
Voor de roerende goederen kan men het eigendomsbewijs leveren door documenten die men bij de aankoop heeft opgesteld. Bijvoorbeeld de factuur, garantiebewijs, … Ook kan men trachten met getuigen en vermoedens het eigendomsbewijs te leveren. Indien men tijdens de feitelijke samenleving een samenlevingscontract heeft opgemaakt met regels betreffende het bewijs, kan dit tussen de partners als bewijs dienen. Alsook een boedelbeschrijving die men heeft opgemaakt tijdens de feitelijke samenwoning, kan tussen de partners als bewijs dienen. De partners zullen het bewijs niet kunnen leveren door aan te tonen dat zij het bezit van het goed hebben.
Voor het bepalen van de eigendom van het goed, zal men niet gaan kijken naar de herkomst van de middelen waarmee men het goed heeft aangekocht. Bijvoorbeeld de partner heeft bijgelegd in het goed, maar de eigendomstitel vermeldt enkel één partner.
Wat als men er niet in slaagt de exclusieve eigendom te bewijzen?
Het goed wordt geacht in conventionele onverdeeldheid tussen de partners te zijn, indien geen van beide partners erin slaagt om zijn exclusieve eigendom over het goed te bewijzen.
Krachtens artikel 4.66 BW kan iedere partner op elk moment de scheiding en de deling van het goed vragen. Evenwel kan men de scheiding en deling slecht vragen, voor zover er geen overeenkomst tussen de partners is die dit verbiedt. De goederen in kwestie worden letterlijk in helften verdeeld. Indien deze verdeling niet in natura mogelijk is, dan zal de partner die het goed overneemt de helft van de waarde van het goed moeten betalen aan de andere partner.
Deze problemen vermijden en zelf een feitelijke samenwoningsovereenkomst opstellen?
In onze shop kan u een volledig samenlevingscontract aanschaffen voor een feitelijke samenwoning. Voor het invullen van onze slimme modeldocumenten, wordt u begeleidt met een gedetailleerde handleiding en een eenvoudige Q&A.
Hier vindt u alles over de feitelijke samenwoning
Hier vindt u alles over de wettelijke samenwoning