De ambtenaar weigert de verklaring van wettelijke samenwoning in ontvangst te nemen
Om wettelijk te kunnen samenwonen moet u krachtens artikel 1476 van het oud Burgerlijk Wetboek een verklaring afleggen bij de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeenschappelijke woonplaats.
De ambtenaar van de burgerlijke stand moet nagaan of u en de persoon met wie u wenst samen te wonen voldoen aan de wettelijke voorwaarden van wettelijke samenwoning. Enkel indien de ambtenaar vaststelt dat men niet aan deze voorwaarden voldoet, zal hij de verklaring van wettelijke samenwoning weigeren in ontvangst te nemen.
Twee specifieke weigeringsgronden om de verklaring van wettelijke samenwoning in ontvangst te nemen
De wet van 2 juni 2013 heeft twee specifieke gevallen in het leven geroepen, waarbij de ambtenaar van de burgerlijke stand moet weigeren om melding te maken van de verklaring van wettelijke samenwoning in het bevolkingsregister. Het gaat hier om de gevallen van "schijnwettelijke samenwoning" en "gedwongen wettelijke samenwoning".
Deze twee gevallen staan beschreven in de artikelen 1476ter en 1476quater van het oud Burgerlijk Wetboek. We moeten hierbij twee scenario’s van elkaar onderscheiden:
- de ambtenaar van de burgerlijke stand stelt vast dat er sprake is van één van deze twee gevallen
- de ambtenaar van de burgerlijke stand heeft ernstige vermoedens dat er sprake is van één van deze twee gevallen.
Indien de ambtenaar van de burgerlijke stand ernstige vermoedens heeft dat er sprake is van schijnwettelijke samenwoning of gedwongen wettelijke samenwoning, dan kan hij het melden van de verklaring hoogstens twee maanden uitstellen.
De procureur des Konings kan deze termijn eventueel verlengen met maximaal drie maanden (dus vijf maanden in totaal). De termijn begint te lopen vanaf de afgifte van het bewijs van ontvangst van de verklaring. De ambtenaar van de burgerlijke stand kan gedurende deze termijn bijkomend onderzoek verrichten. Alsook kan hij advies aan de procureur des Konings vragen. Indien de ambtenaar van de burgerlijke stand na het eindigen van deze termijn zijn vermoedens niet kon bevestigen, dan maakt hij melding van de verklaring in de bevolkingsregister.
Indien de ambtenaar van de burgerlijke stand echter vaststelt dat de verklaring betrekking heeft op een gedwongen of schijnwettelijke samenwoning, dan moet hij weigeren melding te maken van de verklaring. Hij stelt de partners, de procureur des Konings en de Dienst Vreemdelingenzaken ter kennis van zijn gemotiveerde beslissing tot weigering.
U kan beroep aantekenen tegen elke weigering om uw verklaring van wettelijke samenwoning in ontvangst te nemen of melding ervan te maken in het bevolkingsregister
Binnen de maand na kennisgeving van de weigeringsbeslissing kan u naar bij de familierechtbank stappen om alsnog toegelaten te worden tot wettelijke samenwoning.
Indien de familierechtbank ook negatief beslist omtrent de wettelijke samenwoning, kan u nog beroep aantekenen bij het hof van beroep.
Wanneer u een positieve beslissing ontvangt zal de rechtbank de ambtenaar van de burgerlijke stand hiervan in kennis stellen. De ambtenaar moet dan vervolgens melding maken van de wettelijke samenwoning in het bevolkingsregister.
Alles over de wettelijke samenwoning
Alles over de feitelijke samenwoning