Het voorwerp van een overeenkomst.
Het voorwerp van een overeenkomst is het concrete rechtsgevolg dat de handelende partijen beogen. Elke overeenkomst moet een voorwerp bevatten. Het voorwerp is een geldigheidsvereiste van de overeenkomst (artikel 5.27 Nieuw Burgerlijk Wetboek).
Het voorwerp kan bestaan uit een verplichting iets te doen, iets niet te doen of iets te geven. Het voorwerp kan uit één of meerdere van deze verplichtingen bestaan, die al dan niet over en weer aangegaan zijn. Het voorwerp kan onmiddellijk uitgevoerd worden bij de contractsluiting. Wanneer dit niet het geval is, ontstaan er vorderingsrechten.
Omwille van de contractvrijheid - een essentieel principe binnen ons burgerlijk recht - is ook het voorwerp van de overeenkomst in principe vrij te bepalen door de partijen. Opdat de overeenkomst een geldig voorwerp heeft, moeten evenwel vier voorwaarden vervuld zijn:
Vijf voorwaarden voor een rechtsgeldig voorwerp van de overeenkomst.
- Het voorwerp moet bestaan of kunnen bestaan.
Zo kunnen ook toekomstige zaken dienst doen als voorwerp van een overeenkomst. Een huis dat net is afgebroken kan ten gevolge van deze voorwaarde bijvoorbeeld niet gekocht worden, omdat dit niet bestaat of kan bestaan.
- Enkel zaken die in de handel zijn, kunnen dienst doen als voorwerp van een overeenkomst.
Dit betekent dat er bijvoorbeeld geen overeenkomst gesloten kan worden over drugs, dieren die een besmettelijke ziekte hebben, of goederen die tot het openbaar domein behoren. De persoonlijkheidsrechten vormen een uitzondering. Deze vallen ook buiten de handel, maar deze kunnen toch het voorwerp van een overeenkomst uitmaken.
- Het voorwerp moet ook bepaald of bepaalbaar zijn.
De contractpartijen moeten weten waarover de overeenkomst gaat. Dit wordt verwezenlijkt doordat het voorwerp ofwel bepaald is in het contract, ofwel doordat er voldoende parameters zijn meegegeven in het contract om het voorwerp van de overeenkomst te bepalen. Deze bepaling van het voorwerp aan de hand van de parameters in het contract kan overgelaten worden aan een derde, maar ook aan één van de partijen. Dit noemt men dan een partijbeslissing. De beslissing kan altijd aan een derde overgelaten worden. Een partijbeslissing is in principe ook mogelijk, tenzij in bepaalde gevallen waarin het uitdrukkelijk door de wet is verboden.
- Het voorwerp moet ook geoorloofd zijn.
Dit betekent dat het voorwerp niet in strijd mag zijn met de openbare orde of de goede zeden. Zo is het bijvoorbeeld onmogelijk om een contract te sluiten om iemand te laten doden, wegens het ongeoorloofd karakter van deze overeenkomst.
- Het voorwerp moet mogelijk zijn:
Het voorwerp moet mogelijk zijn, want evident is niemand tot het onmogelijke gehouden. Deze onmogelijkheid heeft zowel betrekking op de prestatie om iets te geven, iets te doen of iets niet te doen.
Het voorwerp van een verbintenis is onmogelijk wanneer de prestatie om materiële of juridische redenen in geen geval kan worden uitgevoerd.
De onmogelijkheid moet absoluut en blijvend zijn. Wanneer zij slechts tijdelijk is, vormt deze tijdelijke onmogelijkheid geen hindernis voor het geoorloofd karakter van het voorwerp in kwestie.
Wat is de sanctie als het voorwerp ongeldig is?
Wanneer er geen voorwerp aanwezig is, of aan één van de toepassingsvoorwaarden niet voldaan is, zal de overeenkomst nietig zijn.
Het verschil tussen het voorwerp en de oorzaak van de overeenkomst
De oorzaak en het voorwerp van een overeenkomst zijn wel degelijk van elkaar te onderscheiden geldigheidsvereisten van een overeenkomst. Bij de oorzaak van de overeenkomst gaat het specifiek om de beweegreden van de overeenkomst terwijl bij het voorwerp van de overeenkomst wordt gepeild naar de desbetreffende prestatie of de beoogde rechtsgevolgen.
De andere geldigheidsvoorwaarden van een overeenkomst