Een woning kopen tijdens de echtscheiding?
In bepaalde gevallen kan u dit inderdaad. Dit hangt af van het huwelijksvermogensstelsel waaronder u gehuwd bent alsook de bepalingen van uw huwelijkscontract.
Scheiding van goederen.
Bent u gehuwd onder het stelsel van ‘scheiding van goederen’, dan kan u een nieuw onroerend goed aankopen, zonder u dat hiervoor toestemming moet vragen aan uw toekomstige ex-echtgeno(o)t(e).
Gemeenschapsstelsel.
Bent u gehuwd onder een gemeenschapsstelsel, en wil u tijdens de echtscheidingsprocedure reeds een nieuw onroerend goed aankopen, dan zal uw toekomstige ex-echtgeno(o)t(e) in dit proces moeten tussenkomen. Artikel 1418 BW bepaalt immers dat de toestemming van beide echtgenoten vereist is voor (onder meer) de aankoop van een onroerend goed. Tot zolang het huwelijk duur bent u gebonden door dit artikel. De onderhandse verkoopakte en latere aankoopakte vermeldt uitdrukkelijk dat de toekomstige (ex-)echtgeno(o)t(e) geen mede-eigenaar van dit onroerend goed wil worden.
In een gemeenschapsstelsel is het onroerend goed dat wordt aangekocht een gemeenschappelijk goed tot zolang de echtscheiding niet definitief is. Nadien wordt het onroerend goed een eigen goed van degene die het aankocht en dit met terugwerkende kracht. Vindt de echtscheiding niet plaats, dan blijft het een gemeenschappelijk goed.
Hierop bestaat wel een uitzondering, met name de onroerende (weder)belegging.
Een onroerende wederbelegging bestaat wanneer de aankoop van een onroerend goed voor meer dan de helft gefinancierd is met eigen gelden van een echtgenoot of met gelden afkomstig uit de verkoop van eigen goederen van een echtgenoot. Het eigen karakter van de gelden moet worden aangetoond door deze laatste. Deze twee elementen worden in de aankoopakte zelf vermeld samen met de verklaring dat de aankoop gebeurt ten titel van (weder)belegging. Indien aan deze voorwaarden is voldaan dan is het onroerend goed eigen.
Vergeet ook niet dat schuldeisers van gemeenschappelijke schulden die volgen uit het huwelijk hun vorderingen kunnen blijven verhalen op deze (nog gemeenschappelijke) woning.
Wil u dat het onroerend goed onmiddellijk tot uw eigen vermogen behoort dan koopt u best pas aan op het moment dat de echtscheiding definitief is. Tussen de echtgenoten is dat het geval van zodra het vonnis waarbij de echtscheiding werd uitgesproken, kracht van gewijsde heeft verkregen. Wil u bovendien vermijden dat schuldeisers van gemeenschappelijke schulden hun vordering op dit onroerend goed kunnen uitoefenen, dan moet u wachten tot het vonnis dat de echtscheiding uitspreekt werd overgeschreven in de registers van de burgerlijke stand. Vanaf dat moment is de echtscheiding immers pas definitief naar derden toe.