Eerder informeerden wij u over enkele wijzigingen in het nieuwe Vlaamse Woninghuurdecreet bij huurbetwistingen. Vandaag gaan we dieper in op een van die nieuwe elementen, namelijk het kortgeding in huurzaken, die nu ook mogelijk is voor de Vrederechter.
Wat is een procedure in kortgeding?
Via de procedure in kort geding verkrijgt een eisende partij doorgaans sneller een uitspraak dan via een gewone procedure. Dit kan nodig zijn om een voorlopige tussenkomst te bekomen in afwachting van een latere beoordeling over de grond van de vordering. Via een kortgedingprocedure kan U vaak veel korter op de bal spelen als een dringende interventie noodzakelijk is.
Een procedure in kort geding heeft enkele bijzondere eigenschappen t.a.v. een gewone procedure ten gronde. Zo is er een korte dagvaardingstermijn van 3 dagen, in tegenstelling tot bij een gewone dagvaarding waar de dagvaardingstermijn 8 dagen bedraagt. Meestal volgt ook veel sneller een vonnis.
De belangrijkste voorwaarde om te dagvaarden in kort geding is de hoogdringendheid of urgentie van de vordering. Er is sprake van urgentie wanneer de eisende partij het bewijs levert van een dreigend ernstige nadeel in zijn hoofde bij het uitblijven van een snelle beslissing. Denk daarbij aan de dreigende instorting van een gebouw of een andere vorm van dreigende schade als niet meteen opgetreden kan worden.
De Kortgedingrechter beslist niet over de grond van een vordering, en mag enkel voorlopige, bewarende maatregelen opleggen om bepaalde rechten veilig te stellen. Dat houdt natuurlijk beperkingen in.
De zaken in kort geding worden normaal steeds voor de voorzitter van de Rechtbank ingeleid bijvoorbeeld voor bij de Rechtbank van Eerste Aanleg of voor de Ondernemingsrechtbank, voorheen de Rechtbank van Koophandel. In principe wordt een procedure in kort geding op tegenspraak gevoerd, daarbij wordt de tegenpartij opgeroepen opdat deze zich kan verdedigen. Uitzonderlijk kan bij volstrekte noodzakelijkheid de zaak ook ingeleid worden via een eenzijdige procedure (op eenzijdig verzoekschrift).
Procedure in kortgeding in huurzaken
Artikel 43, §2 van het Vlaams Woninghuurdecreet maakt de procedure in kort geding voor dringende huurgeschillen omtrent de hoofdverblijfplaats nu ook mogelijk bij de Vrederechter. Dit volgt uit de verwijzing naar de artikelen 1035-1041 van het Gerechtelijk Wetboek. Deze procedure is nuttig wanneer de gewone procedure voor de Vrederechter te traag dreigt te gaan en de eisende partij gebaat is bij een snellere voorlopige oplossing.
De eisende partij in kort geding moet bewijzen dat zijn verzoek hoogdringend is. De Vrederechter zal ambtshalve nagaan of de urgentie echt aanwezig is. Indien de Vrederechter meent dat de zaak toch niet spoedeisend is, zal hij de vordering afwijzen als ongegrond. De procedure in kort geding dient namelijk steeds beperkt te blijven tot de echt spoedeisende vorderingen. Voor andere huurgeschillen dient nog steeds de gewone procedure gevolgd te worden.
De vordering is ook enkel geschikt voor voorlopige maatregelen. Voor de vordering ten gronde dient nog steeds de gewone procedure gevolgd te worden.
De procedure in kort geding is er natuurlijk niet enkel voor de verhuurder alleen. Ook de huurder kan beroep doen op deze uitzonderingsprocedure. In de Parlementaire voorbereiding suggereert men als voorbeelden niet enkel naar een tussenkomst mogelijkheid voor de eigenaar als de huurder bv. het parket opstookt tijdens een harde winter, maar ook wanneer de verhuurder weigert de verwarmingsinstallatie te herstellen...
Gezien een kortgedingmaatregel enkel slaat op voorlopige maatregelen en niet over een beoordeling ten gronde zal deze vaak tekortschieten voor datgene wat de eiser meestal zal beogen: namelijk het bekomen van een snelle huurontbinding. Daarenboven stelt zich de vraag of de bewuste kortgedingprocedure als proceduremaatregel onmiddellijk toepasbaar is op alle woninghuurcontracten vanaf de inwerkingtreding, dan wel enkel toepasbaar is op de woninghuurcontracten afgesloten na de inwerkingtreding van het nieuwe woninghuurdecreet... Anderzijds had de Vrederechter dan weer reeds een groot instrumentarium om snel op elke situatie te kunnen reageren. Zo bestond de mogelijkheid van een behandeling in korte debatten met oog op een snelle beoordeling ten gronde. Daarnaast laat art. 19 Ger.W. toe om een maatregel alvorens verder recht te doen uit te spreken. De vraag stelt zich dan ook of de Wetgever deze nieuwe kortgedingmogelijkheid wel had moeten voorzien. De toekomstige rechtspraktijk zal uitwijzen of er vaak gebruik van zal worden gemaakt.
Nog vragen?
Uiteraard kan Wanted.law u begeleiden met de keuze van de meest geschikte procedure bij een huurgeschil. Daarbij kijken we samen met u of een kortgedingprocedure nut heeft dan wel of andere stappen beter geschikt zijn. Contacteer ons gerust voor meer informatie !