Zaakwaarneming.
Zaakwaarneming is een oneigenlijk contract of “quasi-contract” en wordt omschreven in artikel 5.128 van het Nieuw Burgerlijke Wetboek:
"Er is zaakwaarneming wanneer een persoon, zonder daartoe verplicht te zijn, op vrijwillige en nuttige wijze andermans zaak waarneemt zonder dat verzet van de meester van die zaak redelijk voorzienbaar is”.
Op basis van de wettekst ontleden wij de volgende elementen:
Vrijwillig waarnemen van iemands zaak
De zaakwaarnemer behartigt de belangen van de zaak van iemand anders. Het gaat om een vrijwillige handeling met het oogmerk om te handelen voor rekening en in het belang van een ander (Cass. 6 januari 2005). De zaakwaarnemer heeft geen contractuele, noch wettelijke verplichting om de zaak van een ander waar te nemen. Door de zaak waar te nemen, ontstaat echter een verplichting om de zaakwaarneming voort te zetten en te voltooien totdat de meester in staat is zelf daarin te voorzien.
Dit betekent niet dat de zaakwaarnemer dit uit vrijgevigheid doet. Het blijft een rechtshandeling onder bezwarende titel. Indien de zaakwaarneming ontstaat door vrijgevigheid, kan er géén sprake zijn van zaakwaarneming (Cass. 13 december 1956). De zaakwaarnemer doet dit eveneens niet uit eigen belang. De zaakwaarnemer heeft het belang van de ander op het oog. Dit belang kan zowel vermogensrechtelijk, als persoonlijk zijn.
Hetzij met, hetzij buiten weten van de eigenaar
De eigenaar van de zaak, de “meester van de zaak”, moet niet per definitie op de hoogte zijn van de zaakwaarneming.
Belangrijk is wel dat de tussenkomst van de zaakwaarnemer vereist was. Indien de eigenaar, meester van de zaak, zelf kon optreden of er was geen noodzaak om onmiddellijk op te treden, is er geen sprake van zaakwaarneming.
Verschil met uitdrukkelijke lastgeving
Zaakwaarneming lijkt op lastgeving. Toch onderscheidt lastgeving zich van zaakwaarneming omdat er dan sprake is van een overeenkomst van lastgeving, aldus het Hof van Cassatie in een arrest van 8 november 1956.
Verplichting zaakwaarneming voort te zetten
De zaakwaarnemer is verplicht de zaakwaarneming voort te zetten, zelfs indien de eigenaar overlijdt voordat de zaak ten einde is gebracht. Dit tot de erfgenaam de leiding op zich heeft kunnen nemen van de zaak. Hetzelfde geldt wanneer de meester failliet, onbekwaam of afwezig wordt verklaard (artikel 5.130, lid 2 Nieuw Burgerlijk Wetboek).
Als goede huisvader.
De zaakwaarnemer is verplicht aan de zaakwaarneming alle zorgen van een voorzichtig en redelijk persoon te besteden. Indien hij schade veroorzaakt, dient hij deze te vergoeden. De rechter kan deze vergoeding wel matigen indien de omstandigheden dit rechtvaardigen (artikel 5.131 Nieuw Burgerlijk Wetboek).
Verbintenissen van de meester van de zaak.
De meester van de zaak is verplicht de verbintenissen na te komen die in zijn naam door de waarnemer zijn aangegaan. Hij dient deze niet meer eerst te bekrachtigen, omdat door de wet zijn verplichtingen zijn ontstaan.
Hij moet tevens de zaakwaarnemer schadeloos stellen voor alle persoonlijke verbintenissen die hij op zich heeft genomen, en hem alle nuttige of noodzakelijke uitgaven die hij gedaan heeft, vergoeden (artikel 5.132 Nieuw Burgerlijk Wetboek).
Zo heeft de waarnemer recht op interesten wegens de betalingen die hij tot bevrijding van de eigenaar gedaan heeft, doch enkel indien de eigenaar voordeel gehad heeft bij deze betalingen, aldus het Hof van Cassatie in een arrest van 8 juni 1893.
Indien de meester van de zaak zelf had kunnen optreden, is hij niet gebonden door de handelingen van de zaakwaarnemer. De meester van de zaak kan evenwel nadien de rechtshandeling bekrachtigen en is hiertoe dan gebonden.
Voorbeeld: een buur herstelt het dak van zijn buur, die op vakantie is, om meer schade te voorkomen na een storm. De eigenaar van het herstelde dak is gebonden door deze beslissing van zijn buurman. Hij dient zijn buurman, indien deze kosten heeft gemaakt, te vergoeden. Hij dient de eventuele aannemer die de herstellingswerken heeft gedaan, te betalen.