Wettelijk verplichte foutenmarge.
De wettelijke verplichting om deze foutmarge toe te passen vindt u terug in het Koninklijk Besluit van 12 oktober 2010 (*) onder punt 5.2 van de bijlage 2 "Technische voorschriften voor de snelheidsmeters".
Punt 5.2 bepaalt dat de volgende foutmarge moet toegepast worden bij de vaststelling van een snelheidsovertreding door een flitstoestel:
- 20 % voor snelheden onder de 30 km/u;
- 6 km/u voor snelheden van 30 km/h tot 100 km/u;
- 6 % voor snelheden boven de 100 km/u.
(*)Het Koninklijk Besluit van 12 oktober 2010 (betreffende de goedkeuring, de ijking en de installatie van de meettoestellen gebruikt om toezicht te houden op de naleving van de wet betreffende de politie over het wegverkeer en haar uitvoeringsbesluiten).
Gevolgen.
De al dan niet toepassing van de foutmarge kan verregaande gevolgen hebben. Snelheidsovertredingen waarbij de toegelaten maximumsnelheid met méér dan 40 km/u buiten de bebouwde kom (of meer dan 30 km/u binnen de bebouwde kom) wordt overschreden, worden gestraft met een rijverbod van minimum 8 dagen! Voor snelheidsovertredingen waarbij de toegelaten maximumsnelheid met méér dan 30 km/u buiten de bebouwde kom (of meer dan 20 km/u binnen de bebouwde kom) wordt overschreden kan de Rechter een rijverbod opleggen (van minimum 8 dagen). Voor snelheidsovertredingen van 30 km/u of minder boven de maximumsnelheid buiten de bebouwde kom (of 20 km/u binnen de bebouwde kom) kan géén rijverbod opgelegd worden.