Kwaadwillige belemmering van het verkeer.
Kwaadwillige belemmering van het verkeer gaat over gevaarlijke gedrag in het verkeer. Daadwerkelijke schade is niet vereist. Het enkele feit van belemmering volstaat. De belemmering moet betrekking hebben op vervoersmiddelen, en dus niet op voetgangersverkeer. Men moet echter opletten dat het bestraffen van kwaadwillige belemmering van het verkeer niet in strijd is met het stakingsrecht of het recht om te betogen. Het gaat om ‘kwaadwillige’ belemmering van het verkeer. Men moet dus de bedoeling hebben om het verkeer te belemmeren. Wanneer u het verkeer belemmert door onvoorzichtigheid, valt u niet onder deze strafbepaling. Bijvoorbeeld wanneer uw voertuig defect is in het midden van de weg, zal het niet gaan om kwaadwillige belemmering van het verkeer.
De belemmering is gevaarlijk (artikel 406 lid 1 Strafwetboek).
Artikel 406 lid 1 Strafwetboek betreft de belemmering van het verkeer op de spoorweg, de weg, de binnenwateren of op zee. Het is belangrijk dat de hindernis gevaarlijk is of van aard is om ongevallen te veroorzaken. Enkele voorbeelden zijn het saboteren van een sluis, het bewust achterlaten van een voertuig op de spoorwegen, of ’s nachts een boomstam op de weg leggen. Het gaat hier om een criminele straf en u riskeert een gevangenisstraf van 5 tot 10 jaar.
De belemmering zonder gevaar of risico's op ongevallen (artikel 406 lid 2 Strafwetboek).
Wanneer de hindernis in tegenstelling tot het eerste lid van artikel 406 Strafwetboek, niet gevaarlijk is of geen ongevallen kan veroorzaken, zijn de straffen lichter: dan wordt u gestraft met een correctionele straf van 8 dagen tot 2 maanden gevangenisstraf en een geldboete van 26 tot 500 EUR. In dit geval mogen er geen personen als hindernis gebruikt worden, maar enkel een materieel voorwerp. Voorbeelden zijn het afsluiten van een straat met een goed zichtbare versperring, of het blokkeren van een busstelplaats door stenen.
Gewone belemmering (artikel 406 lid 3 Strafwetboek).
Het derde lid van artikel 406 Strafwetboek slaat op alle andere handelingen die het verkeer belemmeren. Dit geldt bijvoorbeeld ook wanneer u als persoon een hindernis bent. Enkele voorbeelden zijn het hinderen van het verkeer door zich te groeperen op de weg of het liggen op de spoorstaven. Hiervoor riskeert u een gevangenisstraf van 8 dagen tot 2 maanden en een geldboete van 26 tot 500 EUR. Daarnaast riskeert u ook een rijverbod van 8 dagen tot hoogstens 5 jaar.
Werd u gedagvaard voor de Politierechtbank?
Kom te weten wat uw mogelijkheden zijn en contacteer de advocaten van Wanted Law. Zij staan voor u klaar om u te helpen!
Kom ook alles te weten over
Onze cliënten aan het woord.