Intuitu personae
Een overeenkomst is intuitu personae wanneer het wordt afgesloten omwille van de persoon of de persoonlijke kwaliteiten van de tegenpartij, meestal de schuldenaar. Daartegenover staan de contracten intuitu pecuniae, waarbij alleen de prestatie en niet de persoon die de prestatie moet leveren, van belang is.
Het intuitu personae-karakter blijkt uit de aard van de overeenkomst ofwel uit de bedoeling van de contractanten.
Enkele voorbeelden:
- Een overeenkomst tot kredietopening: hierbij is de persoonlijkheid van de ene contractspartij is doorslaggevend voor de andere partij om de lening te sluiten.
- Een contract gesloten met een reclamevennootschap omwille van haar bijzonder creatieve medewerkers.
- Een artiestencontract.
- Een contract met een kunstenaar om een schilderij te maken.
De kenmerken van intuitu personae contracten.
IEen contract, afgesloten omwille van de persoon zelf of zijn of haar solvabiliteit, eindigt bij het overlijden van die persoon, resp. bij het verdwijnen van de kredietwaardigheid van de debiteur. Overeenkomsten die intuitu personae zijn aangegaan, gaan bijgevolg niet over op de erfgenamen. Ze kunnen ook niet door een derde worden voldaan (art. 1237 BW). Indien er zich een vergissing omtrent de persoon voordoet, kan het contract aangegaan uit hoofde van de hoedanigheid van de persoon, wegens een substantiële dwaling wel worden vernietigd (art. 1110, 2° lid BW).
Soms blijkt het intuitu personae karakter uit de aard van de overeenkomst zelf, bijvoorbeeld bij aannemingscontracten. Hierbij denken we specifiek aan overeenkomsten met personen die een vrij beroep uitoefenen, zoals advocaten, geneesheren, architecten, enzovoort. Persoonlijke kwaliteiten, zoals kennis en ervaring, spelen hier een zeer grote rol.
Je kan zelf bepalen of een contract al dan niet intuitu personae is.
Het is eveneens mogelijk dat contractspartijen aan deze overeenkomsten slechts een intuitu pecuniae karakter wensen te geven. Omgekeerd kan dit ook: partijen kunnen aan een koop-of huurcontract een intuitu personae karakter toekennen, hoewel het hierbij in de regel om overeenkomsten intuitu pecuniae gaat. De bedoeling van de partijen is m.a.w. doorslaggevend.