Exclusief ouderlijk gezag
Bij ouderlijk gezag is het principe dat beide ouders samen het gezag uitoefenen. Het kan echter gebeuren dat ouders het niet eens geraken over belangrijke aspecten omtrent de opvoeding van het kind. Als dat het geval is, kan één van de ouders naar de familierechtbank gaan om exclusief ouderlijk gezag te vragen.
Samenlevende vs. niet-samenlevende ouders
Bij samenlevende ouders is exclusief ouderlijk gezag niet mogelijk. Wel kan de rechtbank één van de ouders machtigen om bepaalde handelingen alleen te stellen, zonder instemming van de andere ouder (art. 373, 4de lid oud BW).
Daarentegen bij niet-samenlevende ouders is exclusief ouderlijk gezag wel mogelijk. Indien de ouders het niet eens geraken over belangrijke beslissing i.v.m. het kind, dan kan één van de ouders naar de rechtbank stappen. Het gaat hierbij over beslissingen omtrent:
- de gezondheid
- de opvoeding
- de opleiding
- de ontspanning
- de godsdienstige of levensbeschouwelijke keuzes
Ook wanneer de keuzes van een ouder strijdig lijkt met de het belang van het kind, kan exclusief ouderlijk gezag gevorderd worden (art. 374, §1, 2de lid oud BW).
Daarnaast kunnen niet-samenlevende ouders afwijken van het gezagsco-ouderschap in een onderling akkoord. Dit akkoord dient dan gehomologeerd te worden door de rechter.
Gedeeltelijk vs. volledig exclusief ouderlijk gezag
Meestal zal een deel van het ouderlijk gezag exclusief zijn, dus voor bepaalde handelingen en/of beslissingen. Volledig uitsluitende gezagsuitoefening zal enkel in uitzonderlijke gevallen worden opgelegd. Dit zijn gevallen waarin een van de ouders bewust en langdurig zijn ouderlijke verplichtingen niet uitoefent, waardoor er in principe geen sprake is van gezamenlijke uitoefening.
Uitsluitende gezagsuitoefening wordt ook opgelegd in situaties waarin de gezamenlijke uitoefening een bedreiging vormt voor de gezondheid of de ontwikkelingen van het kind, omwille van abusief gedrag door een van de ouders.
Rechten van de ouder zonder ouderlijk gezag
Indien de rechtbank de uitoefening van het ouderlijk gezag uitsluitend aan één ouder toekent, dan behoudt de andere ouder wel nog steeds het recht op persoonlijk contact en het recht om toezicht te houden op de opvoeding (art. 374, §1, 4de lid oud BW).
Bovendien kan de ontzette ouder zijn ouderlijk gezag terugkrijgen. Dat is het geval wanneer de ouder, die het exclusief ouderlijk gezag had o.b.v. een vonnis of overeenkomst, komt te overlijden. Dit kan niet tegengehouden worden, ook niet bij testament van de ouder die het exclusief gezag had, omdat de regels m.b.t. de organisatie van het ouderlijk gezag van openbare orde zijn.
Vragen over het ouderlijk gezag?
De advocaten van Wanted Law luisteren graag naar uw verhaal. Neem gerust contact op!
Kom ook alles te weten over
Wat zeggen onze cliënten over de dienstverlening van Wanted Law?
Lees de reviews van onze cliënten.