De 14 bewerkingen in de vennootschapsbelasting.

De eerste bewerking: het bijeenbrengen van belastbare basis

In de eerste bewerking maakt u de som van volgende componenten: de gereserveerde winst, de verworpen uitgaven en de dividenden. U hoeft in de berekening geen rekening te houden met vrijgestelde reserves (provisies), vrijgestelde meerwaarden of vrijgestelde waardeverminderingen.

De tweede bewerking: het uitfilteren van de winst naar oorsprong

In de tweede stap moet u een onderscheid maken tussen Belgische winst, buitenlandse winst die niet door een verdragsregeling is vrijgesteld en buitenlandse winst die wel is vrijgesteld door zo een regeling. In deze fase gebeurt ook de verliesaftrekregeling waarbij u bepaalde aanrekeningsregels moet respecteren (zoals bepaald in artikel 75 van het Koninklijk Besluit in uitvoering van Wetboek Inkomstenbelasting, afgekort art. 75 KB/WIB92).

De derde bewerking: specifieke aftrekken

In de derde stap kan u de winsten die door een dubbelbelastingverdrag zijn vrijgesteld van Belgische belasting aftrekken van de belastbare basis.  Naast deze aftrek is er ook de aftrek voor uitvoer, integrale kwaliteitszorg (maatregel gericht op aanwerven van een personeelslid die zicht op deze zaken concentreert) en stage in de onderneming (maatregel om jongeren op te leiden) en de aftrek van giften.

De vierde bewerking: de DBI-aftrek

Een vennootschap die aandelen bezit en daarvan dividenden (in de ruime zin van het woord) ontvangt kan genieten van de DBI-aftrek. DBI betekent Definitief Belaste Inkomsten en duidt erop dat het voor de Fiscus volstaat dat er al een belasting is geweest bij de uitkerende vennootschap. De aftrek kan voor zover er nog een positieve som is na de derde bewerking. Er zijn wel enkele voorwaarden: het moet hier gaan over een deelneming van ten minste 2,5 miljoen euro of 10% deelneming. Bovendien moet u de aandelen ten minste in één jaar in volle eigendom houden. In de DBI-regeling zijn er heel wat 'kleine lettertjes', dus u checkt best of u aan alle voorwaarden of uitzonderingen voldoet.

De vijfde bewerking: de octrooiaftrek

Met deze stap houdt u rekening tot einde juni 2021. Nadien vervalt de regeling rond octrooiaftrek. U kan nog van een aftrek genieten voor inkomsten van octrooien waarvan de aanvragen voor 1 juli 2016 zijn ingediend. De aftrek is gelijk aan 80% van het inkomen.

De zesde bewerking: de aftrek voor innovatie-inkomsten

Indien uw vennootschap inkomsten geniet uit intellectuele-eigendomsrechten (octrooien, kwekersrechten, auteursrechtelijk beschermde computerprogramma's) kan u een aftrek genieten. Er is wel de voorwaarde dat u de rechten zelf geheel of gedeeltelijk heeft ontwikkeld (of verbeterd) of aan een niet verbonden onderneming heeft uitbesteed. Het bedrag van de aftrek is bepaald door een wiskundige formule: 85% van de netto-innovatie-inkomsten x (de uitgaven die in aanmerking komen/de totale uitgaven). De aftrek hoeft niet in één keer te gebeuren maar kan u spreiden over zeven jaar.

De zevende bewerking: de investeringsaftrek

Afhankelijk van de investeringen die u doet, kan u een eenmalige of gespreide investeringsaftrek in rekening nemen. Het gaat hier over investeringen in nieuwe materiële en immateriële vaste activa die u voor de beroepswerkzaamheid in België gebruikt. Een aantal goederen, zoals auto's voor dubbel gebruik of algemener vaste activa waarvan de afschrijving over minder dan drie belastbare tijdperken is gespreid, komen niet in aanmerking voor de investeringsaftrek. Kleine vennootschappen genieten (behoudens specifieke investeringen) van een investeringsaftrek van 8% maar deze is tijdelijk (tot 31 december 2022) opgetrokken tot 20%.

De achtste bewerking: de groepsbijdrage

Via het systeem van de groepsbijdrage kan u met winst tussen verbonden vennootschappen schuiven of ook nog richting de Belgische inrichting van de verbonden buitenlandse vennootschap. De vennootschap die winst 'afstaat', kan dan een groepsbijdrage in aftrek nemen. Dit moet een zekere neutraliteit in een groep vennootschappen brengen, nu er in België nog geen sprake is van een fiscale consolidatie. 

Vanaf de negende bewerking zit er een beperking op de aftrek zit.  In dit verband spreekt men van de zogenaamde 'korf'. In de volgende bewerkingen komen een aantal aftrekmechanismes om het verrekenen van overdrachten toe te laten. De aftrekken die samen vorm krijgen in de negende, tiende, elfde , twaalfde, dertiende en veertiende bewerking zijn beperkt tot 1 miljoen euro + 70% van het saldo dat overblijft na de achtste bewerking.

De negende bewerking: de notionele interestaftrek

Het systeem van de NIA (notionele interestaftrek) had als bedoeling risicokapitaal fiscaal voordeliger te maken. In het begin was het een riant systeem maar nu is het zo sterk uitgehold dat het een stuk minder voordeliger is. In de negende bewerking wordt de interestaftrek van het jaar zelf afgetrokken.

De tiende bewerking:  overgedragen DBI

In deze stap kan u de overgedragen DBI-aftrek verrekenen. 

De elfde bewerking: overgedragen aftrek van innovatie-inkomsten

In deze stap kan u de overgedragen aftrek van innovatie-inkomsten verrekenen. 

De twaalfde bewerking: overgedragen beroepsverliezen

In deze stap kan u de overgedragen aftrek van beroepsverliezen verrekenen. 

Dertiende bewerking: onbeperkt in de tijd overdraagbare NIA

Bepaalde notionele interestaftrek kan u onbeperkt in de tijd meenemen. In de dertiende bewerking kan u deze verrekenen. 

Veertiende bewerking: beperkt in de tijd overdraagbare NIA

In deze laatste bewerking kan de beperkt in de tijd overdraagbare NIA verrekenen.

Na het doorlopen van deze 14 stappen heeft u het netto fiscaal resultaat waarop u dan de tarieven in de vennootschapsbelasting kan toepassen.