Wat zijn de technische eisen voor voertuigen?

De autokeuring.

Artikel 23 van het KB bepaalt dat voertuigen onderworpen zijn aan keuringen om na te gaan of ze voldoen aan de reglementaire bepalingen. De autokeuring dient te gebeuren in erkende instellingen. Deze mogen dan ook vergoedingen innen om zowel de kosten van de keuring als de administratieve kosten te dekken. U moet dus steeds in het bezit zijn van een geldig keuringsbewijs.

Het gaat om periodieke keuringen. Afhankelijk van het soort voertuig dat u bestuurt, zal de termijn verschillend zijn. De keuring voor personenauto's, auto's voor dubbel gebruik, minibussen en lijkauto’s, dient te gebeuren vanaf ze vier jaar oud zijn, te rekenen vanaf de eerste in verkeerstelling. Vervolgens moet het voertuig elk jaar naar de autokeuring. Voor autobussen en autocars is dit bijvoorbeeld verschillend. Deze dienen voor de eerste in verkeerstelling gekeurd te worden. Vervolgens is de periodieke keuring om de drie maanden.

Uitsluitingen voor periodieke keuring.

Op basis van artikel 23octies van het KB, zijn volgende vrijgesteld van alle keuringen:
“1° de aanhangwagens die uitsluitend door foorkramers worden gebruikt en eigen zijn aan dat beroep;
2° de werfaanhangwagens;
3° de voertuigen van de politie;
4° de aanhangwagens waarvan de maximaal toegelaten massa niet meer dan 750 kg bedraagt;
5° de voertuigen die, overeenkomstig de van kracht zijnde reglementering, voorzien zijn van een proefrittenplaat en een erbij horend geldig inschrijvingsbewijs;”

Hoeveel kost een autokeuring?

Hieronder vindt u de bedragen van een volledige autokeuring, afhankelijk van het voertuig waarmee u rijdt:

• een personenauto, auto voor dubbel gebruik, minibus of lijkauto: 27,50 EUR;
• een autobus of autocar: 49,00 EUR;
• een lichte vrachtauto of een kampeerauto waarvan de maximale toegelaten massa 3500 kg niet overtreft: 31,00 EUR;
• een vrachtauto, trekker of een kampeerauto waarvan de maximale toegelaten massa groter is dan 3500 kg: 49,00 EUR;
• een aanhangwagen of een oplegger waarvan de maximale toegelaten massa 3500 kg niet overtreft: 27,50 EUR;
• een aanhangwagen of een oplegger waarvan de maximale toegelaten massa groter is dan 3500 kg: 40,50 EUR.

Remdoelmatigheid.

Artikel 46 van het KB bepaalt de remdoelmatigheid van het voertuig. Deze moet zodanig zijn dat op een horizontale en droge weg de gemiddelde remvertraging niet minder bedraagt dan 5,8 m/sec² voor personenauto’s. Bij autobussen ligt dit bijvoorbeeld lager. De remdoelmatigheid wordt berekend ongeacht de snelheid.

Richtingaanwijzers.

Artikel 28 van het KB bepaalt de regelgeving omtrent de richtingaanwijzers. De verplichtingen hierrond zijn verschillend afhankelijk van het voertuig. Zo heeft u enkel twee richtingaanwijzers nodig tegen de zijwanden, voor voertuigen waarvan de breedte maximaal 1,60 m en de lengte maximaal 4 m is.

Stoplicht.

Ook voor het stoplicht zijn de vereisten verschillend. Een stoplicht moet branden bij het in werking stellen van de bedrijfsrem. Een stoplicht is echter niet verplicht bij de voertuigen van traag vervoer. Voertuigen van traag vervoer zijn voertuigen die niet sneller rijden dan 30km/u.

Veiligheidsgordels.

Elke zitplaats in personenauto’s moet uitgerust zijn met een veiligheidsgordel. Bij lichte vrachtwagens en minibussen is dit enkel verplicht voor de zitplaats van de bestuurder en de aan het portier grenzende voorzitplaats.

Sanctie voor overtreding van technische eisen.

Artikel 4 van de Wet van 21 juni 1985 bepaalt de sanctie voor het overtreden van de technische eisen van uw voertuig. U riskeert een gevangenisstraf van 8 dagen tot 3 maanden en/of een geldboete van 10 tot 10.000 EUR. Vermeerderd met opdeciemen (x8) komt dit neer op 80 tot 80.000 EUR. Dit is ook het geval wanneer u geen geldig keuringsbewijs kan voorleggen, of weigert om uw keuringsbewijs te tonen.