Wanneer verjaart de vordering tot betaling van de aannemer?
De vordering van de aannemer in betaling van de uitgevoerde werken verjaart na verloop van 10 jaar. Dit betekent dat na verloop van 10 jaar de bouwheer niet meer moet betalen omdat men ingevolge de ingetreden verjaring bevrijd is. Voor de betaling van de aannemingssom geldt een verjaringstermijn van tien jaar. Dit is de algemene verjaringstermijn van een persoonlijke rechtsvordering (artikel 2262bis van het Burgerlijk Wetboek). Wenst u als aannemer naast de hoofdsom ook nog een aanvullende schadevergoeding te vorderen, dan is eveneens dezelfde verjaringstermijn van 10 jaar van toepassing. De korte, éénjarige verjaringstermijn uit artikel 2272, derde lid BW is niet van toepassing op de vordering van de aannemer tot betaling van de aannemingsprijs. Algemeen wordt aanvaard dat een aannemer niet beschouwd kan worden als koopman of ambachtsman in de zin van dit artikel.
Voor wat de interesten op de aannemingssom betreft, is de vijfjarige termijn van artikel 2277 BW van toepassing.
Stuiting of schorsing van de verjaring.
Het is ook mogelijk dat de verjaringstermijn gestuit of geschorst wordt.
De schorsing betekent dat de verjaringstermijn even stopt en daarna weer verder loopt. Voorbeelden of gevallen van de schorsing zijn:
- indien de voorwaarde nog niet vervuld is (bij voorwaardelijke verbintenissen);
- Voor vorderingen in vrijwaring, zolang er nog geen uitwinning is.
- Bij verbintenissen onder tijdsbepaling.
Stuiting betekent dat er een nieuwe verjaringstermijn begint te lopen, binnen de periode van de oorspronkelijke verjaringstermijn. Dit zijn bekende gevallen van stuiting:
- Dagvaarding.
- Beslag van goederen van de schuldenaar (artikel 2244 BW).
- Erkenning van schuld door de schuldenaren (artikel 2248 BW). Dit kan bijvoorbeeld de betaling van een voorschot zijn.
Afstand van verjaring.
In aannemingszaken kan u ook afstand doen van een verkregen verjaring of van de reeds verlopen tijd. Afstand wordt echter niet vermoed en kan alleen worden afgeleid wanneer bepaalde feiten geen andere uitleg hebben. Het is aan de rechter om dit te beoordelen. Hij kan dan bijvoorbeeld kijken naar de houding van de opdrachtgever.
Vorderingenlastens de Staat?
In de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale staat, staan de regels over verjaring van schuldvorderingen lastens de staat en provincies. Als algemeen principe geldt ook wanneer de staat de schuldenaar is van de aannemingssom, dat de gemeenrechtelijke verjaringstermijnen van toepassing zijn, maar er zijn heel wat specifieke verjaringstermijnen van 5, 10 of zelfs 30 jaar.
Rechtsverwerking in aannemingszaken?
Een belangrijk begrip dat men kan linken aan verjaring is de rechtsverwerking. Rechtsverwerking betekent dat men een recht kan verliezen door de houding die men heeft aangenomen, die geacht wordt tegenstrijdig te zijn met de uitoefening van het recht. Rechtsverwerking is een toepassing van de uitvoering van het contract ter goeder trouw. (artikel 1134, 3e lid BW).
Een voorbeeld: wanneer een aannemer gedurende jaren de bouwheer niet in gebreke heeft gesteld in betaling van een betwiste factuur, en vervolgens in het kader van de procedure ook niets doet om de expertise op te starten waartoe tezamen met de bouwheer was besloten.
Heeft u vragen omtrent een gerechtelijke procedure of wenst u zelf een proces op te starten?
Kom te weten wat uw mogelijkheden zijn en contacteer de advocaten van Wanted Law. Zij staan voor u klaar om u te helpen!