Neemt u liever telefonisch contact op?

Bekijk het overzicht van onze Wanted kantoren op onze contactpagina.

03/03/2021

Het verweer.

Het verweer.

Wanneer iemand zijn pijlen tegen u heeft gericht en u hier niet mee akkoord gaat, moet u zich niet laten doen en kan u zich verweren. Wanneer u het recht heeft om iets te vorderen zal u dat ook duidelijk moeten maken door een proceshandeling te stellen. Dit is dan uw verweer. Er bestaan verschillende soorten verweren die telkens verschillende gevolgen met zich meebrengen. Hier wordt in deze bijlage dieper op ingegaan.

Verweer ten gronde.

In eerste plaats is het mogelijk om de eis van de wederpartij op inhoudelijk vlak te betwisten. U kan bijvoorbeeld niet akkoord gaan met hetgeen gevorderd wordt (het voorwerp van de eis) of de reden daarvan (de oorzaak). Indien u in uw opzet slaagt wijst de rechter de eis als ongegrond af. Doordat deze eindbeslissing gezag van gewijsde heeft vanaf de uitspraak, zal deze eis niet opnieuw kunnen worden ingesteld (Art. 24 en 25 Ger.W.). U kan op eender welk ogenblik een verweer ten gronde voeren. Dit kan zelfs voor het eerst in hoger beroep. Toch zal er ook rekening mee moeten worden gehouden dat u meewerkt en er niemand baat heeft bij een procedure die lang aansleept.

Excepties.

Een procedure moet altijd volgens bepaalde (procedure)regels verlopen. Indien u meent dat een procesregel niet vervuld is, kan u een exceptie opwerpen. Afhankelijk van de regel die geschonden wordt zal er een andere soort exceptie zijn die andere gevolgen met zich meebrengt. In principe hebben excepties niets te maken met de grond van de zaak, maar het zijn evengoed (procedurele) verweermiddelen.

Enerzijds zijn er de opschortende (of dilatoire) excepties die de procedure opschorten zodat de nodige formaliteiten kunnen worden vervuld. In principe zullen deze excepties vóór elk verweer ten gronde moeten worden opgeworpen (Art. 868, eerste lid Ger.W.), bijvoorbeeld bevoegdheidsexcepties (d.w.z. dat u meent dat de rechter voor wie de zaak aanhangig is niet bevoegd is), of excepties in verband met de taalwetgeving. Sommige excepties zullen helemaal vooraan moeten worden opgeworpen, zoals de exceptie van zekerheidsstelling van de eisende vreemdeling (Art. 851 – 852 Ger.W.) en de exceptie van boedelbeschrijving en van beraad (Art. 853 Ger.W.) (Art. 868, tweede lid Ger.W.). Andere opschortende excepties kunnen echter ook later worden opgeworpen omdat zij zo belangrijk zijn en de openbare orde raken (Art. 854 Ger.W.), omdat zij vereisen dat er een andere partij in de procedure wordt betrokken (Art. 857 Ger.W.) of omdat een andere partij ook kennis moet kunnen nemen van de stukken van de wederpartij (Art. 736 Ger.W.).

De gedingbeslissende (of peremptoire) excepties anderzijds zorgen ervoor dat er geen uitspraak ten gronde komt. Deze excepties kunnen betrekking hebben op de (on)toelaatbaarheid van de eis, de rechts(on)geldigheid van een proceshandeling, het gezag van gewijsde, de (internationale) rechtsmacht van een rechtbank… Over de volgorde waarin deze excepties moeten worden opgeworpen bestaat er veel onduidelijkheid. Indien er een zowel opschortende als beslissende excepties zijn, is het ook niet duidelijk welke excepties er eerst moeten worden opgeworpen.

In tegenstelling tot een gegrond verweer ten gronde, kan een zaak wél opnieuw ten gronde voor de rechter worden gebracht indien de exceptie wordt toegekend. Dit vonnis heeft namelijk enkel kracht van gewijsde met betrekking tot de aangevoerde exceptie en heeft nog geen uitspraak gedaan over de grond van de zaak.

Tegeneis.

Het is niet uitgesloten dat u zelf een materieelrechtelijke aanspraak heeft ten aanzien van uw eiser. In dat geval kan u in de loop van het geding een tegeneis instellen om de eiser te laten veroordelen (Art. 14 Ger.W.). Deze eis staat los van de hoofdeis en hoeft er dan ook niet mee samen te hangen. De eisen kunnen zelfs afzonderlijk worden behandeld indien de tegeneis de behandeling van de hoofdeis zou vertragen (Art. 810 Ger.W.). Aangezien het een nieuwe eis is, zullen ook de toelaatbaarheidsvoorwaarden vervuld moeten zijn. In tegenstelling tot het verweer ten gronde kan een tegeneis niet zomaar voor het eerst in hoger beroep worden opgeworpen. De tegenvordering moet namelijk zijn grondslag vinden in een feit of akte dat in de dagvaarding wordt aangevoerd, een verweer tegen de hoofdvordering uitmaken of tot compensatie strekken (Art. 807 – 810 Ger.W. en Cass. 18 januari 1991, AR 7125). Bovendien moet de tegeneis worden ingesteld binnen de termijn die de wet, de rechter of de partijen zelf hebben bepaald.

Heeft u vragen omtrent een gerechtelijke procedure of wenst u zelf een proces op te starten?

Kom te weten wat de mogelijkheden zijn en contacteer de advocaten van Wanted Law. Zij staan voor u klaar om u te helpen!

Nieuwsbrief

Blijf op de hoogte van alle nieuwste Wanted Facts, schrijf u dan in op onze nieuwsbrief.

Schrijf u in

Disclaimer

De informatie over juridische onderwerpen die u in deze bijdrage aantreft, zijn louter informatieve, algemene besprekingen en kunnen in geen geval als juridisch advies worden beschouwd. Wanted Law aanvaardt geen aansprakelijkheid voor enige schade die iemand zou lijden door voort te gaan op deze informatie. Als u juridisch advies wenst, dient u contact op te nemen met een gekwalificeerde advocaat die u zal adviseren op basis van uw persoonlijke situatie. Alle blogberichten gepubliceerd op de website van Wanted Law zijn geschreven met toepassing van het Belgisch Recht.

Copyright

Wanted Law bezit het exclusieve copyright van deze website, zijn design en de volledige inhoud ervan. Gebruik van deze website, of delen ervan, in welke vorm dan ook, is verboden zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van Wanted Law.

Wenst u een videoconsultatie bij Wanted Law?

Ik boek een videoconsultatie bij Wanted Law!

Heeft u een probleem en wenst u betaalbaar juridisch advies?

Boek dan een consultatie bij Wanted Law!