Wat is het verschil tussen een opzegbeding en een schadebeding?
Het verschil tussen een schadebeding en een opzegbeding of verbrekingsbeding is zowel binnen het consumentenrecht als het gemeen recht uiterst belangrijk.
We leggen hiernavolgend eerst uit wat een schadebeding is en wat een opzeg- of verbrekingsbeding. Daarnaast gaan we dieper in op het belang van het onderscheid.
Een schadebeding
Een schadebeding is een beding dat voorziet in een vergoeding die dient als schadeloosstelling in het geval één van de partijen een contractuele fout (=wanprestatie) begaat.
Een opzegbeding of verbrekingsbeding
Een opzegbeding of verbrekingsbeding is een beding dat voorziet in een vergoeding die moet worden betaald wanneer een contractpartij beslist om zijn wettelijk dan wel contractueel recht om de overeenkomst op te zeggen en dus te beëindigen, uit te oefenen.
Een opzegbeding heeft, in tegenstelling tot een schadebeding, geen betrekking op het niet of foutief uitvoeren van een contract, maar wel op een recht dat wettelijk werd bepaald dan wel contractueel werd afgesproken om het contract te kunnen beëindigen.
Een opzegvergoeding is een vergoeding die door één van de partijen dient te worden betaald wanneer deze het in het contract voorziene recht van eenzijdige opzegging van het de overeenkomst van bepaalde duur wensen te gebruiken.
Het belang van onderscheid
Het verschil tussen een schadebeding en een verbrekingsbeding of opzegbeding is zowel binnen het consumentenrecht als het gemeen recht uiterst belangrijk.
Binnen het consumentenrecht gelden voor schadebedingen namelijk enkele strenge voorwaarden opdat ze als rechtmatig worden beschouwd. Verbrekingsbedingen/opzegbedingen zijn niet aan deze voorwaarden onderworpen.
De wetgever heeft in een bijzondere bescherming voorzien in het geval dat het schadebeding werd bedongen door een onderneming in haar overeenkomst met de consument. Opdat een schadebeding rechtmatig en dus geldig zou zijn in een contract tussen een onderneming en een consument moet aan een aantal vereisten zijn voldaan. De zwarte lijst van per se verboden bedingen in B2C-context die terug te vinden is in artikel VI. 83, 17° en 24° van Wetboek Economisch Recht stelt dat schadebedingen die niet voldoen aan de vereiste van wederkerigheid, proportionaliteit en gelijkwaardigheid onrechtmatig zijn. Bovendien moet er ook rekening gehouden worden met Boek XIX van het Wetboek Economisch recht dat de toegelaten omvang van schadebedingen begrensd.
Voldoet een schadebeding aldus niet aan één van de vereisten, dan kan en moet de rechter overgaan tot de nietigverklaring van het door de onderneming bedongen schadebeding. De onderneming kan na deze vernietiging niet terugvallen op het gemeen recht om alsnog een schadevergoeding te verkrijgen voor de geleden schade ten gevolge van de wanprestatie in hoofde van de consument. Dit is dus een zeer zware sanctie.
Een opzegbeding is in tegenstelling tot een schadebeding niet onderworpen aan de vereisten van wederkerigheid, proportionaliteit en gelijkwaardigheid en kan dan ook niet op basis van de zwarte lijst worden vernietigd. Een opzegbeding dat wordt opgenomen in een overeenkomst tussen consument en onderneming zou enkel kunnen worden vernietigd op basis van de algemene toetsingsnorm die bepalingen verbiedt die een kennelijk onevenwicht creëren tussen de rechten en plichten van de partijen.
Op gemeenrechtelijk vlak is het onderscheid tussen beide bedingen ook niet onbelangrijk. Bij schadebedingen heeft de rechter namelijk op basis van artikel 5.88, §2 van het Burgerlijk Wetboek de bevoegdheid om kennelijk onredelijke bedragen dat vervat liggen in schadebedingen te matigen. Deze bevoegdheid heeft de rechter niet met betrekking tot opzegbedingen.
Nog vragen?
Contacteert u gerust de advocaten van Wanted Law. Zij staan voor u klaar om u te helpen!