Vanaf wanneer gelden nieuwe procedureregels?
Het antwoord op de vraag vanaf wanneer gelden nieuwe procedureregels, vinden we terug in artikel 3 van het Gerechtelijk Wetboek:
“De wetten op de rechterlijke organisatie, de bevoegdheid en de rechtspleging zijn van toepassing op de hangende rechtsgedingen, zonder dat die worden onttrokken aan de instantie van het gerecht waarvoor zij op geldige wijze aanhangig zijn, en behoudens de uitzonderingen bij de wet bepaald.”
Artikel 3 Gerechtelijk Wetboek huldigt het principe van de onmiddellijke toepassing van de nieuwe procedureregel op de hangende gedingen. Dit verdient toch nog enige verduidelijking.
Onmiddellijke toepassing.
In principe zullen de nieuwe rechtsregels dus onmiddellijk van toepassing zijn op een hangend rechtsgeding. Een “hangend rechtsgeding” is een zaak waarover nog uitspraak moet worden gedaan op het ogenblik dat de nieuwe bepalingen in werking treden. Op het ogenblik dat u in eerste aanleg een uitspraak heeft gekregen is uw geding niet meer hangende. Dit zal wel terug het geval zijn indien u of uw wederpartij beroep instelt.
Het principe van de onmiddellijke toepassing betekent niet dat elke procedureregel steeds onmiddellijk op de hangende gedingen van toepassing is. Het is nog steeds mogelijk dat de wetgever zelf (bijvoorbeeld door middel van overgangsbepalingen) regelt vanaf wanneer de nieuwe rechtsregels gelden en hoe deze zich verhouden met oudere bepalingen.
Rechterlijke organisatie.
Zoals de naam doet vermoeden gaat de rechterlijke organisatie over de manier waarop de rechterlijke macht wordt georganiseerd. Te denken valt aan het aantal rechtbanken of hoven, de samenstelling van een rechtscollege, de functie van een rechter… Vanaf het ogenblik dat een oude rechtbank wordt afgeschaft zou uw zaak in principe niet meer voor deze rechtbank kunnen worden verdergezet. Omdat dit niet werkbaar is en om al te veel problemen te voorkomen kan de wetgever in een overgangsregeling voorzien.
Bevoegdheid.
Wanneer de bevoegdheid (m.a.w. wanneer de soort conflicten waarover een bepaald(e) rechtbank of hof uitspraak mag doen) wordt gewijzigd, zal deze wijziging onmiddellijk plaatsvinden. Een belangrijke uitzondering op dit principe is dat zaken die geldig voor de rechter werden gebracht door deze (nu onbevoegde) rechter worden verdergezet. Om te weten wanneer dit het geval is, zal men kijken naar de datum waarop een dagvaarding of (gezamenlijk) verzoekschrift werd betekend of ter kennis werd gegeven. Toch zullen de nieuwe bevoegdheidsregels gelden bij een discussie omtrent de bevoegdheid.
Rechtspleging.
Er kan veel vallen onder het begrip rechtspleging. Algemeen kan men dit omschrijven als de voorwaarden die men moet naleven bij het stellen van een proceshandeling. Bijvoorbeeld de termijn waarbinnen men hoger beroep moet instellen, situaties waarin men verzet kan aantekenen, de soort goederen die men in beslag kan nemen. Regels betreffende de rechtspleging beheersen onmiddellijk het hangende geding. Dit heeft tot gevolg dat een proceshandeling die correct was gesteld onder het oude recht, nog steeds geldig blijft.
In bepaalde gevallen wordt uw zaak in eerste en laatste aanleg beslecht. Dit is het geval indien de waarde van uw vordering te gering is. Deze grens ligt op €2500 (te indexeren) voor vonnissen van de rechtbank van eerste aanleg en van de ondernemingsrechtbank en op €2000 voor vonnissen van het vredegerecht en de politierechtbank (m.b.t. verkeers- of treinongevallen) (artikel 617 Ger.W.). Indien een wet de regels met betrekking tot de aanleg wijzigt, zullen deze nieuwe regels op uw zaak van toepassing zijn indien er een uitspraak wordt gedaan na de datum van inwerkingtreding van deze wetswijziging.
Nog vragen?
Contacteert u gerust de advocaten van Wanted Law. Zij staan voor u klaar om u te helpen!