De gerechtelijke ontbinding van de aannemingsovereenkomst.
Wanneer uw aannemer zich niet houdt aan de aannemingsovereenkomst, en op voorwaarde dat diens contractuele tekortkomingen ernstig zijn, dan kan u de aannemingsovereenkomst in het nadeel van de aannemer laten ontbinden.
Tenzij in het geval van een buitengerechtelijke ontbinding, moet de ontbinding steeds gevorderd worden voor de rechtbank.
Een aannemingsovereenkomst is een wederkerige overeenkomst. In wederkerige contracten is de ontbindende voorwaarde altijd stilzwijgend aanwezig voor het geval dat één van de partijen haar verbintenissen niet zou nakomen (artikel 1184 BW).
Wanneer de aannemer bijgevolg zijn contract niet naleeft, heeft u als opdrachtgever (schuldeiser) de keuze tussen enerzijds de ontbinding van de aannemingsovereenkomst, met schadevergoeding, en de gedwongen uitvoering van de overeenkomst. De enige beperking aan uw keuzerecht is rechtsmisbruik. U mag bijvoorbeeld niet kiezen voor de ontbinding van de overeenkomst wanneer de werken bijna voltooid zijn.
Het keuzerecht blijft gelden tot de rechtbank een beslissing heeft gewezen die in kracht van gewijsde is getreden.
Zelfs al zijn de prestaties van de aannemer bijna volledig uitgevoerd of al zijn de werken moeilijk te ramen, wil dit niet zeggen dat u als opdrachtgever geen ontbinding kunt vorderen.
Voorafgaandelijke verplichte ingebrekestelling.
Vooraleer u de ontbinding vraagt van de aannemingsovereenkomst, dient u de aannemer formeel in gebreke te stellen (aan te manen), tenzij de ingebrekestelling nutteloos is. De ingebrekestelling geeft de mogelijkheid aan de schuldenaar om zijn verplichtingen vooralsnog vrijwillig na te komen.
Het bewijs van een contractuele fout.
Indien men de ontbinding vordert, zal men moeten aantonen dat er een wanprestatie is. Deze moet ernstig genoeg zijn om de ontbinding van het contract mogelijk te maken. Een onbelangrijke tekortkoming is niet genoeg. Een aannemer die pleisterwerken uitvoert bij vriesweer begaat een ernstige wanprestatie. Een architect die een plan opstelt zonder rekening te houden met de stedenbouwkundige voorschriften begaat eveneens een ernstige wanprestatie.
Het is aan de rechter om te beslissen of de aannemer aansprakelijk is en of de wanprestatie zwaarwichtig genoeg is om de ontbinding te rechtvaardigen. De aannemer kan zich verweren door zich te beroepen op overmacht, waardoor de niet-uitvoering niet aan hem te wijten is.
Wat gebeurt er na de gerechtelijke ontbinding van de aannemingsovereenkomst?
Bij de ontbinding is het de bedoeling dat de partijen teruggeplaatst worden in de toestand waarin zij zich bevonden vóór het contract. De ontbinding heeft in principe terugwerkende kracht “ex tunc”. Partijen moeten elkaar teruggegeven wat gepresteerd is. Soms is dit onmogelijk. Daar zal de rechter dan rekening mee moeten houden. Bijvoorbeeld reeds uitgevoerde werken moeten niet afgebroken worden. De opdrachtgever zal deze gewoon moeten betalen. De vergoeding voor deze werken gebeurt niet op basis van de prijsafspraken van de ontbonden aannemingsovereenkomst, maar op basis van de marktwaarde van het gepresteerde werk.
Schadevergoeding.
Naast de ontbinding met teruggave of betaling van hetgeen werd gepresteerd, kan men uiteraard ook een bijkomende schadevergoeding vragen. Dit is de schade die rechtsreeks en onmiddellijk het gevolg is van de vastgestelde tekortkomingen. De rechter zal beslissen wat de omvang van deze schade is. Als beide partijen contractueel in de fout gingen, behouden beide partijen hun contractuele aansprakelijkheid en lopen zij het risico een schadevergoeding te moeten betalen. Theoretisch kan de overeenkomst worden ontbonden in het nadeel van de beide partijen, op voorwaarde dat de beide partijen gelijktijdig ernstige wanprestaties hebben verricht, hetgeen eerder uitzonderlijk is. Maar de ene partij die de ontbinding lastens de ander partij heeft bekomen, kan zonder probleem toch nog zelf veroordeeld worden tot betaling van een schadevergoeding in het voordeel van de partij lastens wie de ontbinding werd uitgesproken, indien die partij een eigen fout heeft gemaakt. Iedere fout moet in concreto beoordeeld worden alsook de schade die de fout heeft veroorzaakt.