Welke rechter kan een gerechtsdeskundige aanstellen?
Wanneer u een gerechtsdeskundige wenst te laten aanstellen, kan u dit in het kader van de procedure ten gronde voor de bodemrechter of in kortgeding.
De aanstelling van de gerechtsdeskundige in het kader van de procedure ten gronde.
In de procedure ten gronde dient de vordering tot aanstelling van de deskundige in principe als bewijs van de gegrondheid van de (hoofd- of tegen)eis. De vordering is bijgevolg een accessorium van een andere eis, en u kan deze instellen “in elke stand van het geding", alvorens recht te doen. U kan de aanstelling vorderen in de inleidende akte of in conclusies of bij eenvoudig verzoek aan de griffie, zodat de zaak wordt opgeroepen op zitting (artikel 19 lid 3 Ger.W.).
De vordering tot aanstelling van een deskundige kan ook voor het eerst gesteld worden in graad van beroep.
Ook al is de vordering al ontvankelijk en gegrond verklaard, kan toch nog een deskundige worden aangesteld, bijvoorbeeld om de omvang van de schade te begroten.
In uitzonderlijke situaties is de vordering tot aanstelling van een gerechtsdeskundige een zelfstandige vordering, dus een hoofdeis of enige eis. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer de schade nog niet is ingetreden maar wel dreigt in te treden. Om met succes zo'n autonome vordering tot aanstelling van een deskundige te stellen, zult u moeten aantonen dat u een voldoende belang heeft, met andere woorden dat er werkelijk en dadelijk een geschil dreigt te ontstaan en dat er gevaar dreigt dat bepaalde bewijzen zouden verloren gaan.
De aanstelling van de gerechtsdeskundige in kort geding.
In geval van bewezen hoogdringendheid kan u ook een vordering tot aanstelling van een deskundige in kort geding vorderen (artikel 584 Ger.W.). Deze spoedeisende procedure gaat in de meeste gevallen de procedure ten gronde vooraf, voor zover partijen niet tot een akkoord zijn gekomen op basis van het uitgevoerd deskundigenonderzoek.
De procedure in kort geding kan in uitzonderlijke gevallen ook op eenzijdig verzoekschrift gebeuren, in geval van “volstrekte noodzakelijkheid”. Het eenzijdig karakter geldt niet voor de eigenlijke expertise, maar enkel voor de procedure die de expertise beveelt. De expertise kan wél eenzijdig indien het de bedoeling is om met de onderzoeksmaatregel de tegenpartij te verrassen.