De echtscheiding op grond van onherstelbare ontwrichting wegens herhaald verzoek van één echtgenoot
De echtscheiding op grond van onherstelbare ontwrichting van het huwelijk (EOO) wegens herhaald eenzijdig verzoek is een vorm van echtscheiding op eenzijdige vordering van één van de echtgenoten.
De EOO op eenzijdige vordering heeft drie subgronden op grond waarvan ze kan worden gevorderd:
- de éénjarige feitelijke scheiding;
- twee verschijningen voor de rechtbank: de inleidingszitting en de tweede ofwel na één jaar feitelijke scheiding ofwel onmiddellijk na één jaar na de eerste zitting;
- concrete feiten die wijzen op de onherstelbare ontwrichting van het huwelijk.
Naast op eenzijdige vordering, kan de EOO ook gevorderd worden op gezamenlijk verzoek van de beide echtgenoten.
Twee verschijningen voor de familierechtbank, met een tussentijdse reflectieperiode
Wanneer de echtgenoten op de datum van de inleidingszitting voor de familierechtbank nog niet feitelijk gescheiden leven of de feitelijke scheiding van één jaar is nog geen feit, dan stelt de familierechtbank een tweede zitting vast op een latere datum:
- hetzij aansluitend op het intreden van de feitelijke scheiding van één jaar;
- hetzij onmiddellijk na het verstrijken van één jaar vanaf de inleidingszitting.
De tussentijdse periode is een wettelijke reflectietermijn voor de echtgenoot die de echtscheiding vordert. Op de tweede zitting kan op eenzijdig verzoek de echtscheiding uitgesproken worden, zonder verdere beoordeling (art. 1255, §2, lid 2 oud BW).
De feitelijke scheiding speelt bij deze grond tot echtscheiding geen rol
In het geval de echtscheiding gevorderd wordt op herhaald eenzijdig verzoek, is het niet van belang dat de echtgenoten feitelijk gescheiden leven. Immers, wanneer de echtgenoten na de inleidingszitting zijn blijven samenwonen zal toch de onherstelbare ontwrichting van het huwelijk vaststaan en moet de rechtbank de echtscheiding uitspreken na de tweede zitting, zijnde één jaar na de eerste verschijning.
Is er in de reflectieperiode een verzoening tot stand gekomen, dan zal deze verzoening toch geen rechtsgevolgen hebben, met andere woorden de vordering tot echtscheiding zal niet vervallen, tenzij de beide echtgenoten afstand doen van de vordering.
Is er wél een feitelijke scheiding, dan is het niet van belang dat deze minimum één jaar heeft geduurd. Ook hier is het mogelijk dat de echtgenoten toch nog opnieuw zijn gaan samenwonen tijdens de reflectieperiode.
Heeft u een vraag over een echtscheiding?
Neem dan gerust contact op met de advocaten van Wanted Law. Het team van Wanted Law staat klaar om u met raad en daad bij te staan.
Wij geloven dat het recht toegankelijk moet zijn voor iedereen. Daarom verstrekken wij via onze website al heel wat kwalitatieve informatie. Vindt u toch het antwoord niet op onze site, dan kan u ons gerust contacteren.
Verwante artikelen over de EOO
Alles over onderhoudsgeld in het kader van een EOO