De wraking van de gerechtsdeskundige.
De gerechtsdeskundige kan om dezelfde redenen als een rechter gewraakt worden. Gerechtsdeskundigen moeten onpartijdig en onafhankelijk zijn. Men kan hen dus wraken indien dit niet het geval is. Op één punt is lopen de wrakingsgronden tussen rechters en deskundigen niet gelijk: Zo kan een deskundige niet wraken omdat hij al in een andere hoedanigheid kennis heeft genomen van het geschil.
De deskundige dient altijd verplicht eerst zelf na te gaan of er een wrakingsgrond bestaat. Indien hij op de hoogte is van een wrakingsgrond dan moet hij dit onmiddellijk aan de partijen melden. Hij moet dan de opdracht afwijzen, tenzij de partijen hem vrijstelling verlenen. Indien de partijen op de hoogte zijn van bepaalde wrakingsgronden maar de deskundige vrijstelling hebben verleend, dan zullen de partijen zich niet meer op die wrakingsgronden kunnen beroepen op een later tijdstip. Ze kunnen dan enkel wrakingsgronden inroepen waarvan ze niet op de hoogte waren of die sinds de aanstelling ontstaan zijn. De wrakingsgronden moeten individueel onderzocht worden indien er meerdere gerechtsdeskundigen zijn aangesteld.
De procedure.
Elke partij kan de Rechtbank verzoeken de deskundige te wraken. De rechter is diegene die de deskundige heeft aangesteld, ook al is de procedure hangende in graad van beroep. Wanneer het deskundigenverslag al definitief werd neergelegd, en de deskundige van zijn opdracht is ontheven, kan de wraking niet meer gevraagd worden bij gebrek aan voorwerp.
Het verzoek moet binnen de acht dagen na de kennisneming van het bestaan van de wrakingsgrond ingediend worden. De partij heeft kennis van de reden tot wraking indien hij voldoende zekerheid heeft. Men mag het hebben van de kennis niet gelijkstellen met het hebben van de mogelijkheid om het bewijs te leveren. Het zal dus zeer moeilijk zijn om bewijs te leveren dat de partij al langer dan acht dagen kennis heeft van de wrakingsgrond. Men is dus ook niet streng over die termijn. Het volstaat dus dat men niet manifest laattijdig is.
De griffier zal een afschrift van het verzoek naar de deskundige sturen. De deskundige heeft acht dagen om te kiezen of hij het eens of oneens is met de wrakingsgrond. Indien de deskundige het oneens is, zullen de partijen en de deskundige door de rechter gehoord worden. Daarna zal de Rechter zich hierover uitspreken.
Indien de rechter geen reden ziet tot wraking dan zal de partij die de wraking verzocht heeft aan de deskundige een schadevergoeding moeten betalen, maar enkel wanneer de deskundige zulks vordert. In dat geval zal de deskundige om evidente redenen niet kunnen aanblijven.
Indien de rechter de wrakingsgrond aanvaardt dan zal hij ambtshalve een nieuwe deskundige aanstellen. Partijen kunnen het eens zijn over de nieuw aan te stellen deskundige in welk geval de rechter deze keuze moet respecteren, tenzij gemotiveerde afwijzing.