Schuldoverdracht.
De schuldoverdracht of schuldoverneming wil zeggen dat de schuldenaar van een bepaalde verbintenis zijn hoedanigheid als schuldenaar overdraagt aan een ander persoon. De oorspronkelijke schuldenaar is hier de overdrager en de nieuwe schuldenaar is de overnemer. Schuldoverdracht (passiefzijde) is het spiegelbeeld van de overdracht van schuldvordering (actiefzijde)
De toestemming van de schuldeiser is vereist bij schuldoverdracht.
Voor een geldige schuldoverneming is de toestemming van de schuldeiser vereist. Deze vereiste vloeit voort uit de wilsautonomie. Dit is ook bedoeld ter bescherming van de schuldeiser die riskeert om een minder solvabele of een ongeschikte schuldenaar in de plaats te krijgen. De schuldeiser heeft dus steeds het recht om de schuldoverdracht te weigeren, tenzij er sprake is van rechtsmisbruik. Hieruit volgt dat de toestemming van drie personen vereist is, namelijk van de schuldeiser, de overdrager en de overnemer. Schuldoverdracht is dan ook een driepartijenovereenkomst, terwijl bij een overdracht van schuldvordering dit niet het geval is.
Het is ook mogelijk dat de toestemming niet gelijktijdig verloopt, bijvoorbeeld wanneer de schuldeiser zijn toestemming vooraf of achteraf geeft. Dit is dan een tweestappenproces, bijvoorbeeld wanneer de schuldeiser op voorhand toestemming geeft voor een schuldoverdracht in de overeenkomst zelf. Dit betekent wel dat de schuldoverdracht pas uitwerking kan krijgen wanneer de schuldeiser hiervan op de hoogte wordt gesteld. Er is dus een kennisgeving vereist. Daarnaast is een toestemming achteraf ook mogelijk door de schuldeiser. De schuldoverdracht komt dan pas tot stand vanaf de toestemming. Een retroactieve werking van de toestemming is dus niet mogelijk.
Wat is het verschil tussen een volmaakte en onvolmaakte schuldoverdracht?
Het gevolg van de schuldoverdracht is dat de oorspronkelijke schuldenaar bevrijd is van de nakoming van de verbintenis. Dit noemt men de volmaakte schuldoverdracht. De bevrijding van de oorspronkelijke schuldenaar zorgt er ook voor dat de persoonlijke en zakelijke zekerheden verbonden aan de schuld, ook vervallen. Dit is bedoeld ter bescherming van de zekerheidsgevers. Indien de zekerheden blijven gelden, kan dit namelijk in het nadeel zijn van de zekerheidsgevers indien de schuldenaar wijzigt. Voor hun is het namelijk ook van belang wie en hoe solvabel de nieuwe schuldenaar is. Het is ook zo dat de zekerheden die de oorspronkelijke schuldenaar zelf had verstrekt ook vervallen, gezien het gaat om een volledige bevrijding van de overdrager.
Daarnaast is er de onvolmaakte schuldoverdracht. Deze houdt in dat de oorspronkelijke schuldenaar niet bevrijd is door de verbintenis en dus nog steeds gebonden is. De overdrager en overnemer blijven dan beiden gehouden tot de verbintenis. Hierdoor zijn er dan twee schuldenaars die gehouden zijn tot dezelfde schuld. Dit is geen hoofdelijke gehoudenheid maar een in solidum gehoudenheid van beide schuldenaars. Andere auteurs in de rechtsleer menen dat het hier gaat om een interne schuldoverdracht. Dit houdt in dat de overnemer zich enkel ten opzichte van de overdrager verbindt om de schuld na te komen.
Wat zijn de gevolgen van een schuldoverneming op de verbintenis?
De verbintenis zelf wijzigt inhoudelijk niet na de schuldoverneming. Dit betekent dat de nieuwe schuldenaar in dezelfde rechtspositie terechtkomt als de oorspronkelijke schuldenaar. Enkele de hoedanigheid van de schuldenaar wijzigt. Dit noemt men ook wel eens de subjectieve wijziging van de verbintenis. Dit is ook het verschil met novatie, waarbij de verbintenis verdwijnt en er een nieuwe verbintenis in de plaats komt. Dit is niet het geval bij schuldoverneming.