De contractuele aansprakelijkheid voor hulpzaken.
De contractuele aansprakelijkheid voor hulpzaken betekent dat u eveneens aansprakelijk bent voor de eventuele schade die de door u gebruikte voorwerpen hebben veroorzaakt tijdens de uitvoering van uw contractuele verplichtingen.
Wanneer u gebruik maakt van voorwerpen of goederen om uw verbintenissen uit te voeren, bijvoorbeeld een machine, dan bent u eveneens aansprakelijk voor deze hulpzaken. Nergens in de wet wordt deze soort van aansprakelijkheid geregeld. In de rechtsleer worden doorgaans vijf verschillende hypotheses beschreven waarin er sprake is van een contractuele aansprakelijkheid voor hulpzaken.
Wat is een hulpzaak?
De hulpzaak kan zowel betrekking hebben op materiaal, als materieel. Materieel betekent de hulpmiddelen of werktuigen die de schuldenaar gebruikt. Dit is bijvoorbeeld de kapper die een schaar gebruikt als hulpmiddel. Het materiaal is dan de zaak die de schuldenaar verbruikt. Een voorbeeld hiervan is de arts die bloed toedient. Dit onderscheid is relevant gezien het tot een ander aansprakelijkheidsregime kan leiden.
1. Geen gebrekkige hulpzaak.
De eerste hypothese is de hypothese waarbij het niet gaat om een gebrekkige hulpzaak. Er ontstaat schade, maar dit is niet het gevolg van een gebrek in de zaak. Een oorzaak kan bijvoorbeeld wel de onzorgvuldige aanwending zijn, of het gebruik van de verkeerde zaak, of het niet over voldoende materiaal of materieel beschikken. Met andere woorden, de zaak is deugdelijk en niet de oorzaak van het schadegeval. Het is namelijk te wijten aan de persoonlijke fout van de schuldenaar. In dit geval is artikel 1147 BW van toepassing, namelijk de aansprakelijkheid voor eigen gedrag.
2. De fout veroorzaakt een gebrek
De tweede hypothese houdt in dat de fout van de schuldenaar een gebrek veroorzaakt. Hier gaat het dus ook om een persoonlijke fout. Dit is bijvoorbeeld het geval bij een keuzefout, of een controlefout. Een voorbeeld is wanneer de persoon gebruik maakt van versleten materiaal.
3. Gemengd contract (aanneming/koop).
De derde hypothese betreft het gemengd contract, dat leidt tot de verkopersaansprakelijkheid. Wanneer het gaat om een aannemer die zowel materiaal of materieel als arbeid levert, spreken we van een gemengd contract tussen verkoop en aanneming. De levering van materiaal of materieel ziet men dan als een koop. Dit betekent dat de verkoper, in dit geval de aannemer, ook dient in te staan voor de verborgen gebreken van de verkochte zaak. Een concreet voorbeeld is de restauranthouder. Die levert namelijk zowel arbeid als voedsel. In dit geval zal de restauranthouder ook onder de verkopersaansprakelijkheid vallen indien er sprake is van besmet voedsel.
4. Geen in eigendom overgedragen zaak.
De vierde hypothese gaat om het geval dat u een gebrekkige zaak gebruikt voor de uitvoering van verbintenissen, maar de zaak niet uw eigendom is. Bijvoorbeeld de arts die een gebrekkig toestel gebruikt, zonder hiervan op de hoogte te zijn. Wie is aansprakelijk? Er zijn er die van mening zijn dat de schuldenaar in dit geval persoonlijk aansprakelijk is. Anderen zijn dan weer van mening dat hier de vrijwaringsplicht van de verkoop van goederen met verborgen verbreken van toepassing kan zijn. Een ander deel van de rechtsleer pleit dan weer voor de risicoaansprakelijkheid van de schuldenaar.
5. Een gebrekkig product - productaansprakelijkheid.
De laatste hypothese betreft een gebrekkig product. Indien u hierdoor schade lijdt, kan u zich wenden tot de producent van dit product. Dit is een foutloze aansprakelijkheid volgens de Wet Productaansprakelijkheid. Opgelet, de vordering moet binnen de 10 jaar nadat het product in het verkeer werd gebracht, ingesteld worden.
Andere soorten contractuele aansprakelijkheid