Heeft u een wurgcontract ondertekend?
Sommige ondernemingen maken misbruik van hun sterkere positie door bepaalde bedingen in hun algemene voorwaarden op te nemen die nadelig zijn voor de consument. Voor u het weet heeft u dan een wurgcontract ondertekend, al dan niet online. De wetgever tracht gelukkig de consument een beetje te beschermen tegen onevenwichtige situaties door bepaalde clausules te verbieden via de zogenaamde leer van de "onrechtmatige bedingen”.
Wanneer u het slachtoffer bent van een wurgcontract, kan u er misschien van onderuit geraken. U moet zich twee vragen stellen:
- Zijn de algemene voorwaarden wel degelijk bindend en afdwingbaar?
- Zo ja, zijn de bedingen in de algemene voorwaarden wel rechtmatig?
Zijn de algemene voorwaarden wel degelijk afdwingbaar?
Uw tegenpartij kan zich maar beroepen op haar algemene voorwaarden wanneer deze een deel uitmaken van het contract dat deze onderneming met u heeft afgesloten. Algemene voorwaarden moeten deel uitmaken van het contract en dus “tegenwerpelijk” zijn ten aanzien van de consument. Wanneer zijn algemene voorwaarden deel van het contract en dus tegenwerpelijk?
Voor de afdwingbaarheid van de algemene voorwaarden moeten toch wel wat voorwaarden vervuld zijn:
- De consument moet de redelijke mogelijkheid gehad hebben om kennis te nemen van de algemene voorwaarden.
- De consument moet deze redelijke mogelijkheid tot kennisname hebben gehad voorafgaand aan het sluiten van de contract.
- De consument moet de algemene voorwaarden uitdrukkelijk dan wel stilzwijgend hebben goedgekeurd.
Zijn deze voorwaarden vervuld, dan zijn de voorwaarden van de onderneming deel van het contract. Of alle bepalingen dan wel nog geldig zijn, is de volgende vraag.
Zijn de algemene voorwaarden rechtsgeldig?
Indien blijkt dat de algemene voorwaarden bindende kracht hebben en afdwingbaar zijn, dan is de volgende vraag of deze algemene voorwaarden wel rechtmatig zijn. Dit is de vraag naar de “onrechtmatige bedingen”. De leer inzake onrechtmatige bedingen heeft tot doel de consument te beschermen tegen onrechtmatige bedingen die de onderneming eenzijdig zou opnemen in haar contractuele of algemene voorwaarden.
Artikel I. 8 , 22° van het Wetboek Economisch Recht definieert een onrechtmatig beding als: “elk beding of elke voorwaarde in een overeenkomst tussen een onderneming en een consument die, alleen of in samenhang met een of meer andere bedingen of voorwaarden, een kennelijk onevenwicht schept tussen de rechten en plichten van de partijen ten nadele van de consument."
Onrechtmatige bedingen zijn dus bedingen die ervoor zorgen dar de consument zich in een opvallend nadeligere contractspositie bevindt dan de onderneming. Binnen de leer inzake onrechtmatige bedingen wordt er een onderscheid gemaakt tussen twee soorten bedingen:
- Onrechtmatige bedingen op basis van de zwarte lijst
- Onrechtmatige bedingen op basis de algemene toetsingsnorm.
Onrechtmatige bedingen op basis van de zwarte lijst.
Dit zijn bedingen die voldoen aan de beschrijving van één van de bepalingen in artikel VI. 83 WER. Bedingen die voldoen aan de beschrijving van een bepaling in de “zwarte lijst” zijn per se verboden. Dit brengt met zich mee dat de rechter dergelijke bedingen sowieso nietig moet verklaren.
Onrechtmatige op basis van de algemene toetsingsnorm:
Onrechtmatige op basis van de algemene toetsingsnorm: Dit zijn bedingen die niet in de zwarte lijst staan beschreven, maar toch een kennelijk onevenwicht creëren tussen de rechten en plichten van de onderneming en die van de consument. De algemene toetsingsnorm die terug te vinden is in artikel VI. 82 WER is een vangnet voor bedingen die onevenwichtig zijn voor de consument maar niet in de zwarte lijst voorkomen. Hier zal het aan de rechter zijn om te bepalen of er sprake is een onrechtmatig beding. De rechter heeft hier een veel grotere beoordelingsbevoegdheid.