Bedrog in een aannemingsovereenkomst.
Met bedrog bedoelt men de kunstgrepen die van dien aard zijn dat de andere partij - als zij de ware toedracht zou hebben geweten - het contract nooit had gesloten (artikel 1116 BW).
Bedrog is een grond tot nietigheid van de overeenkomst.
Het wilsgebrek bedrog bestaat uit 2 delen:
- Een materieel bestanddeel: dit is de kunstgreep of de list.
- Een psychologisch bestanddeel: dit is wanneer een partij liegt over bepaalde zaken om zo een contract tot stand te brengen.
Ook indien men opzettelijk zwijgt over bepaalde zaken kan dit bedrog uitmaken. Ter illustratie een voorbeeld uit de rechtspraak: Er is sprake van bedrog wanneer een aannemer van een schilderwerk verzwijgt dat hij niet is ingeschreven in het handelsregister en niet beschikt over de juiste vergunning.
Voorwaarden van het bedrog.
- Het bedrog moet doorslaggevend zijn.
Men wil hiermee zeggen dat het contract nooit zou gesloten zijn zonder het bedrog. Is dit niet het geval, spreekt men van incidenteel bedrog en kan de nietigheid niet uitgesproken worden. Het is nog wel mogelijk om in dat geval een schadevergoeding te verkrijgen op basis van een extracontractuele fout. In aannemingszaken is het samenspannen van aannemers omtrent de prijs om zo het contract binnen te halen, een mooi voorbeeld van bedrog.
- Het bedrog moet niet verschoonbaar zijn.
Dit wel zeggen dat men niet hoeft te vergelijken of een normaal zorgvuldig persoon ook dit bedrog had geloofd. (in geval van dwaling zal dit wel moeten).
- Het bedrog moet uitgaan van de medecontractant.
Indien een derde bedrog pleegt zal men dit niet kunnen inroepen om het contract nietig te laten verklaren. Het bedorg moet echt uitgaan van de medecontractant.
- Bedrog wordt niet vermoed.
Bedrog wordt niet vermoed, het moet worden bewijzen zegt artikel 1116 van het burgerlijk wetboek. Het bewijs mag geleverd worden door alle middelen van recht. Tot slot valt het bedrog als wilsgebrek niet te vergelijken met het bedrog bij de uitvoering van de overeenkomst. Dit is het geval wanneer men een opzettelijke wanprestatie pleegt ter uitvoering van het contract.