Consensualisme
Het consensualisme houdt in dat een overeenkomst louter door de wilsovereenstemming tot stand komt, zonder enige andere formaliteit. Het consensualisme is één van de drie componenten van de wilsautonomie. De wilsautonomie houdt in dat iedere persoon vrij is om zijn of haar rechten en plichten te bepalen en dus vrij is om te contracteren.
De wilsautonomie bevat drie belangrijke componenten, namelijk:
Het consensualisme is dus één van die componenten.
Artikel 1108 van het Burgerlijk Wetboek.
Het consensualisme volgt uit artikel 1108 BW:
“Tot de geldigheid van een overeenkomst zijn vier voorwaarden vereist:
- De toestemming van de partij die zich verbindt;
- Haar bekwaamheid om contracten aan te gaan;
- Een bepaald voorwerp als inhoud van de verbintenis;
- Een geoorloofde oorzaak van verbintenis.”
Het principe is dat elke overeenkomst een consensueel karakter heeft, tenzij anders bepaald. Zo is de wilsovereenstemming bij een koopovereenkomst bijvoorbeeld ook voldoende voor de totstandkoming ervan. Hierbij is enkel overeenstemming over de zaak en de prijs vereist, en dus niet de materiële overhandiging van de zaak. Zo komt een huurovereenkomst ook tot stand door wilsovereenstemming.
Zijn er uitzonderingen op het consensualisme?
Er zijn wel degelijk uitzonderingen op de consensuele contracten: de plechtige contracten en de zakelijke contracten. Voor deze soorten van contracten gelden er bijzondere vereisten.
Bij zakelijke contracten is de overhandiging van de zaak namelijk vereist als voorwaarde voor de totstandkoming van een dergelijk contract. Voorbeelden van zakelijke contracten zijn de bewaargeving, de bruiklening en de handgift.
Daarnaast zijn er ook de plechtige contracten. Dit zijn contracten waarbij er specifieke vormvereisten noodzakelijk zijn om tot stand te kunnen komen. Bij deze contracten vond de wetgever het nodig om een bijkomende controle te voorzien. Een voorbeeld van een vaak voorkomende vormvereiste, is het geschrift. Een voorbeeld van een plechtig contract is de schenking op basis van artikel 931 Burgerlijk Wetboek:
“Alle akten houdende schenking onder de levenden worden verleden voor notaris, in de gewone contractvorm: en daarvan wordt, op straffe van nietigheid, een minuut gehouden.”
Daarnaast is er voor het huwelijkscontract ook een vereiste van een authentieke akte van een notaris. Wanneer er geen authentieke akte aanwezig is, kan men niet spreken van de totstandkoming van een overeenkomst, in deze gevallen een schenking of een huwelijkscontract.
Opgelet bij de koop van een onroerend goed!
Zoals hierboven vermeld, is de koop in beginsel een consensuele overeenkomst. Bij de koop van onroerende goederen is dit principe te nuanceren. Soms oordelen feitenrechters dat de koop van een onroerend goed een plechtige overeenkomst is in plaats van een consensuele overeenkomst. De reden hiervoor is dat er steeds meer vereisten zijn voor de verkoop van een onroerend goed. Zo heeft het Hof van beroep te Antwerpen eerder geoordeeld dat het bodemattest noodzakelijk was voor de verkoop van een onroerend goed, en het hierdoor een plechtige overeenkomst werd. Hierop wordt wel kritiek geuit door de rechtsleer.
Aanvullend, dwingend recht en recht van openbare orde.