Wat is de verjaringstermijn van een verkeersovertreding?
Voor de verjaringstermijn van verkeersovertredingen gelden zeer specifieke regels. De regels worden enerzijds geregeld door het strafrecht, en anderzijds door uitzonderingen in het wegverkeersrecht. Er gelden drie verschillende verjaringstermijnen in het wegverkeersrecht: twee, drie of vijf jaar.
Wat betekent de verjaring van een strafvordering?
De verjaring van de strafvordering houdt in dat het Openbaar Ministerie u niet meer kan vervolgen na verloop van een bepaalde termijn. Dit betekent dat de rechter geen veroordeling meer kan uitspreken.
De verjaringstermijn is dus zeer belangrijk om in het oog te houden bij oudere verkeersovertredingen!
Wanneer geldt de verjaringstermijn van 2 jaar?
Artikel 68 van de Wegverkeerswet bepaalt de verjaring van de strafvordering:
“De strafvordering die het gevolg is van een overtreding van deze wet alsmede van de ter uitvoering ervan vastgestelde besluiten, verjaart door verloop van twee jaar te rekenen van de dag waarop de overtreding is begaan; deze termijn bedraagt evenwel drie jaar te rekenen van de dag waarop de overtreding is begaan voor overtredingen van artikel 30, § 1 en § 3, 33, 34, § 2, 35, 37/1, § 4, 37bis, § 1, 1° en 4° tot 6°, en 48.”
Hieruit volgt dat er twee verschillende verjaringstermijnen van de strafvordering zijn, namelijk twee of drie jaar. Dit verschilt dus afhankelijk van het misdrijf. Voor de gewone verkeersinbreuken geldt dus de verjaringstermijn van twee jaar.
Wanneer geldt de verjaringstermijn van 3 jaar?
Artikel 68 van de Wegverkeerswet bepaalt ook wanneer de verjaringstermijn van drie jaar van toepassing is. Deze verjaringstermijn geldt voor volgende verkeersmisdrijven:
- Art. 30, §1 en §3: rijden zonder geldig rijbewijs, het afleggen van een valse verklaring om een rijbewijs te bekomen of rijden ondanks onmiddellijke intrekking van het rijbewijs;
- Art. 33: plegen van vluchtmisdrijf;
- Art. 34, §2: rijden met een alcoholintoxicatie van minstens 0,35 mg per liter uitgeademde alveolaire lucht of het weigeren van een ademtest of -analyse zonder wettige reden;
- Art. 35: rijden in staat van dronkenschap of soortgelijk staat ten gevolgde van drugs of geneesmiddelen;
- Art. 37/1, §4: rijden met een voertuig dat niet uitgerust is met een alcoholslot;
- Art. 37bis, §1, 1° en 4° tot 6°: rijden onder invloed van drugs, rijden tijdens een tijdelijk rijverbod door druggebruik of het weigeren van een speekseltest of -analyse zonder geldige reden;
- Art. 48: rijden tijdens rijverbod of zonder te slagen voor de opgelegde proeven.
Wanneer geldt de verjaringstermijn van 5 jaar?
Bij ernstigere verkeersmisdrijven geldt er een verjaringstermijn van vijf jaar. Dit is het geval wanneer er een verkeersongeval plaatsvindt met gewonden of zelfs dodelijke slachtoffers. Deze verjaringstermijn geldt specifiek voor:
- artikel 419 van het Strafwetboek: onopzettelijke slagen en verwondingen, in het kader van een verkeersongeval, met de dood tot gevolg;
- artikel 420 van het Strafwetboek: onopzettelijke slagen en verwondingen ten gevolge van een verkeersongeval.
Wat als één bepaald feit meerdere misdrijven oplevert?
Wanneer één feit leidt tot meerdere misdrijven, behoudt elk misdrijf zijn eigen verjaringstermijn. Dit betekent dat elke misdrijf afzonderlijk wordt beoordeeld volgens de daarop toepasselijke regels.
Bijvoorbeeld, een verkeersongeval waarbij er zowel sprake is van onopzettelijke slagen en verwondingen als een andere verkeersinbreuk. Dan geldt de verjaringstermijn van vijf jaar voor de onopzettelijke slagen en verwondingen, en de termijn van twee jaar voor de andere verkeersinbreuk. Dit moet men elk afzonderlijk beoordelen. Het ene zal dus sneller verjaren dan het andere, ook al werden ze veroorzaak door hetzelfde feit.
Hoe moet u de verjaringstermijn berekenen?
De verjaringstermijn van de strafvordering begint te lopen vanaf de dag waarop het feit werd gepleegd. De feitenrechter bepaalt de exacte datum van de feiten. De verjaringstermijn wordt berekend van maand tot maand en dag tot dag. De eerste dag van het misdrijf noemt men ook wel de dies ad quo, en deze dag is inbegrepen in de verjaringstermijn. De dies ad quem daarentegen, dus de laatste dag, is niet in de termijn inbegrepen.
Bijvoorbeeld:
- Stel dat een gewone verkeersinbreuk heeft plaatsgevonden op 4 september 2010 en de verjaringstermijn van twee jaar geldt. De verjaringstermijn loop dan af op 3 september 2012, aangezien de laatste dag niet in de termijn valt.
- In het geval van een vluchtmisdrijf, dat onder de verjaringstermijn van drie jaar valt, loop de verjaringstermijn af op 3 september 2013.
- Voor onopzettelijke slagen en verwondingen door een verkeersongeval, met een verjaringstermijn van vijf jaar, vervalt de strafvordering op 3 september 2015.
Wat betekent stuiting en schorsing?
Een uitstel van de verjaringstermijn is mogelijk indien er sprake is van stuiting of schorsing.
Stuiting houdt in dat de lopende verjaringstermijn wordt onderbroken. Wanneer de verjaringstermijn word gestuit, begint op dat moment een nieuwe termijn die gelijk is aan de oorspronkelijke termijn. Dit betekent dus dat de verjaringstermijn volledig opnieuw begint te lopen. Een voorbeeld van een daad die de verjaring kan stuiten is een dagvaarding, een daad van onderzoek of vervolging. De stuiting kan echter alleen plaatsvinden binnen de oorspronkelijke verjaringstermijn en kan maximaal het dubbele van de oorspronkelijke verjaringstermijn bedragen.
Schorsing betekent dat de verjaringstermijn tijdelijk wordt onderbroken, maar daarna terug verderloopt voor de resterende termijn. De termijn wordt dus niet opnieuw gestart, de resterende tijd wordt voortgezet na de schorsing.
U werd gedagvaard voor de politierechtbank?
Neem dan met een gerust hart contact op met de advocaten van Wanted Law. Zij staan klaar om u te helpen. You never walk alone!
Kom ook alles te weten over