Dwanguitvoering
De dwanguitvoering is - zoals het woord het zelf zegt - de uitvoering “onder dwang” van de door een schuldenaar aangegane verbintenis. De vrijwillige uitvoering van een verbintenis is de normale gang van zaken, waardoor de verbintenis uitdooft. Bij gebreke aan vrijwillige uitvoering van de verbintenis kan de schuldeiser overgaan tot de dwanguitvoering, vaak onder verbeurte van een dwangsom.
Er moet aan drie vereisten voldaan zijn om geldig de dwanguitvoering uit te kunnen oefenen:
- De schuldeiser moet de schuldenaar eerst in gebreke stellen.
- De schuldeiser moet een uitvoerbare titel verkrijgen door middel van een vonnis, tenzij de schuldeiser reeds een uitvoerbare titel heeft, zoals bijvoorbeeld een authentieke akte (notariële akte bijvoorbeeld).
- De schuldeiser moet de dwanguitvoering van de uitvoerbare titel nastreven, wanneer de schuldenaar er geen gevolg aan geeft (de eigenlijke dwanguitvoering).
Hoe verloopt de dwanguitvoering?
De dwanguitvoering gebeurt bij voorkeur in natura. De schuldeiser kan aan de rechter verzoeken tot uitvoering van het voorwerp zelf van de verbintenis, maar hij kan ook verzoeken tot de uitvoering bij equivalent, wanneer de uitvoering in natura niet mogelijk is.
Zo mag de uitvoering in natura geen aanleiding geven tot het uitoefenen van fysieke dwang op de persoon van de schuldenaar. Dit heeft tot gevolg dat de gedwongen uitvoering in natura van verbintenissen die geen betaling van een geldsom uitmaken, vaak onmogelijk zijn omdat ze zouden leiden tot dwang op de persoon van de debiteur. Ondanks dit verbod op dwang op de persoon van de schuldenaar, zal de uitvoering in natura in vele gevallen toch mogelijk zijn, bijvoorbeeld wanneer de verbintenis bestaat in de afgifte van een bepaald goed. Daarnaast zal, in geval er een prestatie verricht moet worden door de debiteur, de rechter aan de schuldeiser de machtiging kunnen geven om de prestatie zelf te verrichten of te laten verrichten, op kosten van de schuldenaar.
Dwangsom?
Wanneer het bevel tot uitvoering in natura wordt genegeerd, kan de rechter zijn bevel kracht bijzetten door middel van een dwangsom. De dwangsom is voorwaardelijk: ze krijgt slechts uitwerking wanneer de hoofdveroordeling niet wordt nagekomen. Dit is een vorm van indirecte dwang die de schuldenaar dwingt tot uitvoering in natura. De rechter bepaalt het bedrag van de dwangsom, en de frequentie (per week, per maand,…). Het bedrag moet van die aard zijn dat het de schuldenaar aanzet tot de uitvoering in natura. Deze dwangsom komt integraal toe aan de schuldeiser, en wordt niet toegerekend op de verschuldigde schadevergoeding.