Neemt u liever telefonisch contact op?

Bekijk het overzicht van onze Wanted kantoren op onze contactpagina.

31/03/2023
31/03/2023

Wat is de betekenis van een dading in België (2023)?

De dadingsovereenkomst.

Een dadingsovereenkomst is volgens het Hof van Cassatie een wederkerige overeenkomst tussen partijen die elkaar wederzijdse toegevingen doen om een geschil te beëindigen of te voorkomen (in de toekomst), zonder dat één van die partijen de gegrondheid van de aanspraken van de andere partij daarom erkent (Cass. 31 oktober 2005, S.05.0007.F, Pas. 2005, 2084).

De dading is een bijzondere soort van vaststellingsovereenkomst waardoor een reeds tussen partijen bestaande vermogensrechtelijke verhouding waarover subjectieve of objectieve onzekerheid bestaat, wordt vastgelegd.

In het oud Burgerlijk Wetboek zijn de bepalingen over de dadingsovereenkomst terug te vinden in de artikelen 2044 tot 2058. De definitie in het Burgerlijk Wetboek is onvolledig omdat men daarin vergeet de noodzakelijkheid van de wederzijdse toegevingen te vermelden.

Een dading is een bijzonder handig instrument om een geschil te beëindigen buiten de rechtbank om.

Dading voorbeeld.

Indien u op zoek bent naar een model of een voorbeeld document van een dading, dan kan u hier terecht. Op het internet circuleren heel wat voorbeelden die u gratis kunt downloaden, waar op zich niets mis mee is. Het model van Wanted Law is in ieder geval fundamenteel anders: U mag er op rekenen dat het juridisch correct is en up to date, met alle nodige wettelijke vermeldingen. Daarnaast wordt u niet wandelen gestuurd met een word-bestand waar u nog alles mee fout kunt doen. Wij helpen u de dading correct in te vullen met een automatische vragenlijst. U personaliseert en vult hiermee uw overeenkomst in, die u dan ingevuld ontvangt in word-formaat.

In complexere zaken raden wij aan om ook de optionele bijstand bij te bestellen. U kan dan met deskundige hulp van een advocaat van Wanted Law tegen een vaste prijs uw dadingsovereenkomst verder bespreken en afwerken. Alle vragen die u nog zou hebben kan u tijdens deze consultatie ook stellen.

Hoe een dading opstellen?

Om een dading rechtsgeldig op te stellen, moet u eerst en vooral rekening houden met de voorwaarden waaraan elke overeenkomst moet beantwoorden. Dit zijn de algemene geldigheidsvereisten van iedere overeenkomst (artikel 1108 oud BW):

Zonder geldige toestemming is er geen sprake van een geldige overeenkomst. Dit is ook zo bij een dadingsovereenkomst. In de meeste gevallen wordt de dading afgesloten tussen twee personen, maar soms ook tussen meer dan twee personen. In elk geval moeten alle contractspartijen akkoord zijn met de wezenlijke bestanddelen van de dading (zie verder, de specifieke voorwaarden van een dading).

Een akkoord omtrent de dading veronderstelt dat de wilsovereenstemming van alle betrokken partijen “totaal” is, dus niet gebrekkig. Klassiek kan een overeenkomst steeds nietig verklaard worden op grond de wilsgebreken “dwaling”, “bedrog”, “geweld” en soms “benadeling” (artikel 1109 e.v. oud BW). Omdat dadingen gesloten worden met wederzijdse toegevingen, die niet noodzakelijk evenwaardig zijn, kan u het wilsgebrek “benadeling” niet inroepen. Ook “rechtsdwaling” (= dwaling omtrent de rechten die u eventueel zou hebben) kan u niet inroepen bij dading (artikel 2052, tweede lid oud BW). In principe heeft een dading, eens ze is afgesloten, tussen partijen “kracht van gewijsde in hoogste aanleg” en kan er niet tegen opgekomen worden wegens rechtsdwaling of benadeling.

Dadingen kunnen nog wel vernietigd worden omwille van andere wilsgebreken dan benadeling of rechtsdwaling, hoewel dit eerder uitzonderlijk is.

Twee gevallen van feitelijke dwaling zijn in de praktijk gekend:

  1. Dwaling omtrent de persoon. Wanneer twee personen met identieke naam of met gelijkaardige naam worden verwisseld.
  2. Dwaling omtrent het voorwerp van het geschil. U sluit een dading maar achteraf blijkt dat u geen overtreding beging.

Bedrog is steeds een grond tot vernietiging van een dading: fraus omnia corrumpit. Voor wat dadingen betreft, bepaalt het (oud) Burgerlijk Wetboek expliciet dat deze kunnen vernietigd worden in geval van bedrog (artikel 2053, tweede lid oud BW). 

Juridisch “bedrog” bestaat klassiek gezien uit kunstgrepen, door één partij gepleegd, die van aard zijn dat de andere partij, zonder deze kunstgrepen, de overeenkomst niet, of tegen gunstigere voorwaarden zou hebben afgesloten. Bedrog is niet enkel een handeling om iemand te misleiden, maar ook een leugen, of zelfs een “stilzwijgende leugen”, hetgeen betekent het met opzet verzwijgen van belangrijke informatie waarvan men weet of moet weten dat de andere partij er een doorslaggevend belang aan zou hechten.

Voorbeelden van bedrog zijn:

  • De verzekeraar die de advocaat van het slachtoffer negeert door rechtstreeks met het slachtoffer contact op te nemen en deze een dadingsovereenkomst laat ondertekenen (Corr. Charleroi 1 juni 2004, VAV 2004, 464).
  • Misbruik van de slechte financiële situatie van het slachtoffer en / of diens onwetendheid.

Ook geweld is een grond tot nietigheid van de dadingsovereenkomst (artikel 2053, tweede lid oud BW). Geweld moet gaan om een “onrechtmatige dwang”, hetgeen een pure feitenkwestie is. Tijdens onderhandelingen kan het er soms hard en ruw aan toe gaan, hetgeen geoorloofd is. Druk uitoefenen in onderhandelingen volstaan niet als “geweld” voor de vernietiging van een dading.

Vermits een dading gaat om het doen van wederzijdse toegevingen, en de partijen dus steeds iets “afstaan”, moeten de partijen bekwaam zijn om een daad van beschikking te kunnen stellen (artikel 2045, eerste lid, oud BW). Minderjarigen kunnen een dading afsluiten voor zover ze vertegenwoordigd worden door hun ouders  of voogd, en mits de ouders of voogd een voorafgaandelijke machtiging hebben verkregen van de Vrederechter. 

Het voorwerp van de dading moet bestaan, bepaald (of bepaalbaar), mogelijk, wettelijk en in de handel zijn. Het voorwerp van de dading is de inhoud van de dading. Het gaan om de verbintenissen die de partijen op zich nemen en het voorwerp van de wederzijdse toegevingen.

Belangrijk om rekening mee te houden is dat u geen dading kunt sluiten over iets dat de openbare orde raakt. Een dergelijke dading zal absoluut nietig zijn. Een goed voorbeeld van een nietige dading wegens een voorwerp dat tegen de openbare orde ingaat is een akkoord dat zou gesloten worden als dading tussen een belastingplichtige en de fiscale administratie omtrent de verjaring van een belastingschuld. Weliswaar zijn individuele akkoorden met de belastingadministratie mogelijk tijdens een belastingcontrole, maar dit zijn dan geen dadingen. Ook een ruling wordt niet formeel aanzien als een dading.

De oorzaak van een overeenkomst is de rechtsgrond, de doorslaggevende beweegreden waarom men de overeenkomst afsluit. De oorzaak van een dading is steeds het geschil waaromtrent de dading wordt gesloten. De wet vereist dat de oorzaak geoorloofd moet zijn. Een dadingsovereenkomst afgesloten naar aanleiding van een geschil over de verdeling van de opbrengst van een drugstransport, is bijvoorbeeld geen geldige dadingsovereenkomst.

De specifieke voorwaarden van een dading.

Naast de algemene geldigheidsvereisten voor elk contract, zijn er nog drie essentiële bestanddelen, eigen aan een dadingsovereenkomst. Als deze bestanddelen niet aanwezig zijn, is er geen sprake van een dading. Het is dan ook belangrijk om deze drie constitutieve voorwaarden in uw dadingsovereenkomst te verwerken:

  • Het bestaan van een geschil.
  • De wil om een einde te stellen aan het geschil.
  • De wederzijdse toegevingen om tot de beëindiging van het geschil te komen.

We overlopen met u deze drie constitutieve bestanddelen of voorwaarden.

1.Het bestaan van een geschil.

Het bestaan van een geschil betekent dat er ofwel reeds een proces gevoerd wordt voor de rechtbank, dus dat er sprake is van een juridisch geding hangende voor een rechtbank. Ofwel dat er sprake is van een geschil dat nog niet voor de rechtbank werd gebracht, maar waarbij de betrokken partijen tegenstrijdige aanspraken en meningen hebben of dreigen te hebben omtrent de precieze omvang van hun respectievelijke rechten.

Ook al is er één partij objectief of subjectief in het ongelijk, vormt dit op zich geen beletsel om een dading af te sluiten. Gelijk hebben is immers niet hetzelfde als gelijk krijgen: uiteindelijk moet nog altijd een derde, zijnde een rechtbank, de uitkomst bepalen van het juridische proces en blijft de psychologische twijfel en onzekerheid bestaan over het resultaat van een rechtsgeding.

Het geschil kan zowel een geschil zijn over de feiten als over de toepassing van het recht. Zonder geschil kan er geen sprake zijn van een dadingsovereenkomst.

Bij de redactie van uw dadingsovereenkomst raden wij aan om voldoende aandacht te besteden aan de chronologische feiten die aanleiding hebben gegeven tot het geschil, en de omschrijving van het geschil zelf. U kan dit het beste doen in de preambule van de overeenkomst. De dading heeft immers enkel en alleen betrekking op het geschil, zodat de afstand van rechten, vorderingen en eisen in een dading enkel betrekking hebben op het geschil dat tot de dading aanleiding heeft gegeven. De dading regelt alleen het geschil dat, of de geschillen die, in de dading begrepen zijn.

2. De wil van de contractspartijen om het geschil te beëindigen.

Dit is eerder en evidente voorwaarde. Best toch ook letterlijk voorzien dat partijen de daadwerkelijke wil hebben om een definitief einde te stellen aan het tussen hen gerezen geschil (of het toekomstige geschil). De partijen moeten de specifieke wil hebben dit geschil te beëindigen (animus transactionis).

3. De beëindiging van het geschil door wederzijdse toegevingen.

Opdat er sprake is van een dading, dienen er wederzijdse toegevingen voorhanden te zijn. Zonder wederzijdse toegevingen is de overeenkomst geen dading. Deze vereiste werd niet opgenomen in artikel 2044 oud BW, maar wordt bevestigd door de vaste rechtspraak van het Hof van Cassatie (zie o.m. Cass. 19 september 2001, Arr. Cass. 2001, 1474).

Een toegeving wordt doorgaans juridisch vertaald als een verbintenis om iets te doen, iets niet te doen of iets te geven.Of een handeling daadwerkelijk een toegeving is, is soms moeilijk te zeggen omdat dit zeer subjectief is. Wat voor de één een toegeving is, is dat niet noodzakelijk voor de ander. De rechter heeft een vrij grote beoordelingsvrijheid om vast te stellen of er sprake is van “wederzijdse toegevingen”. De rechter mag de toegeving van de ene partij niet vergelijken en aftoetsen aan de toegeving van de andere partij.

Deze voorwaarde is de echte kern van een dading, en onderscheidt de dading van andere overeenkomsten tot beëindiging van een geschil, zoals bijvoorbeeld het berusten van een partij in een gerechtelijke uitspraak, de afstand van recht, de compromis, de verzaking, de kwijtschelding. Niet elke minnelijke schikking is dus een dading: enkel als er sprake is van wederzijdse toegevingen, en dus niet louter eenzijdige toegevingen, is er sprake van een dading.

Heel belangrijk om te vermelden is dat de wederzijdse toegevingen niet betekenen dat de ene partij de aanspraken van de andere partij erkent als zijnde gegrond. Ook moeten de wederzijdse toegevingen niet per se evenwaardig zijn aan elkaar: de ene partij mag veel toegeven, de andere weinig. Het is overigens ook moeilijk te beoordelen wat “evenwaardig” is omwille van de subjectieve invulling ervan. U kan zich bijgevolg perfect “laten benadelen” in een dadingsovereenkomst, waarbij u zich niet op benadeling kunt beroepen om de nietigheid van de dadingsovereenkomst in te roepen. In enkele specifieke gevallen kan u benadeling toch als nietigheidsgrond inroepen. Dit is bijvoorbeeld zo bij de verdeling van een nalatenschap (artikel 888 BW).

Nog een laatste bemerking. Bij discussie zal een rechtbank altijd autonoom nakijken of de dadingsovereenkomst wel degelijk een dading is of niet. De rechtbank zal steeds nakijken of de drie wezenlijke bestanddelen voorhanden zijn. Wanneer u een overeenkomst afsluit zonder de aanwezigheid van wederzijdse toegevingen, dan is er geen sprake van een dading, maar van een gemeenrechtelijke gewone vaststellingsovereenkomst, waarop de regels van de dading niet van toepassing zijn.

Dading bij ontslag in het arbeidsrecht.

Ook in de beëindiging van arbeidsbetrekkingen zijn dadingen dagelijkse praktijk. Ook in arbeidszaken betekent een dading wederzijdse toegevingen en dus een afstand van recht door de beide partijen, zijnde de werkgever, én de werknemer (zie o.m. Arbh. Brussel 10 april 2018, Soc. Kron. 2020, afl. 1, 24).

Belangrijk om weten is dat een dading niet rechtsgeldig kan gesloten worden zolang de werknemer beschermd wordt door de dwingende regels van het arbeidsrecht. Men aanvaardt algemeen dat vanaf de betekening van de opzegging (Arbrb. Brussel 24 april 1987, Rechtspr. Arb. Br. 1987, 350) of vanaf het einde van de arbeidsovereenkomst, partijen een dading kunnen onderhandelen en ondertekenen.

Dading bij vereffening en verdeling.

Wanneer u verwikkeld bent in een zogenaamde “vereffening-verdeling” kan u ook de ruzies en geschillen beëindigen met een dadingsovereenkomst. De meeste vereffeningen vinden plaats in het kader van een relatiebreuk (echtscheiding, wettelijke samenwoning, feitelijke samenwoning), of na overlijden. Soms zijn er ook vereffeningen wanneer men vrijwillig een onverdeeldheid heeft aangegaan, door bijvoorbeeld als zakenpartners een onroerend goed te hebben aangekocht.

Bij echtscheiding is een dading steeds mogelijk. Als u uit de echt scheidt door onderlinge toestemming (EOT) is de regelingsakte op zich reeds een dading. Ook als u opteert voor een echtscheiding op grond van onherstelbare ontwrichting van het huwelijk (EOO) is een dading mogelijk, maar dan zal dit eerder zijn na de echtscheiding, in het kader van de vereffening-verdeling van uw huwelijksstelsel. U kan een dading sluiten buiten de tussenkomst van de notaris-vereffenaar die werd aangesteld door de Familierechtbank, of u kan opteren voor een dadingsovereenkomst die wordt opgesteld door de notaris-vereffenaar in het kader van de vereffeningsprocedure.

Belangrijk aandachtspunt is dat u steeds opteert voor een dading met “uitvoerbare kracht”. Wij zien vaak dat partijen tot een dading komen, maar dat deze, zelfs bij een notaris-vereffenaar, niet werden opgenomen in een authentieke akte, waardoor deze geen uitvoerbare kracht hebben. Dit wil zeggen dat bij niet naleving van de dading, de schuldeiser spijtig genoeg opnieuw een gerechtelijke procedure moet opstarten voor de Rechtbank om een uitvoerbare titel te bekomen, alvorens hij de dading gedwongen kan laten uitvoeren via een gerechtsdeurwaarder.

Dading en schadevergoeding.

Ook schadevergoedingen kunnen begroot worden in het kader van een dadingsovereenkomst. Schadevergoedingen moeten niet noodzakelijk door de rechtbank worden vastgesteld.

Als slachtoffer moet men zeker oppassen met het ondertekenen van dadingen of “kwijtingen”, “kwitanties ter afrekening”, enz… die de eigen rechtsbijstandsverzekeraar of de verzekeraar burgerlijke aansprakelijkheid van de aansprakelijke dader zou voorleggen.

Vaak heeft men in geval van schadevergoedingen te maken met de tussenkomst van een verzekeringsmaatschappij die gehouden is tot het uitbetalen van de schadevergoeding als verzekeraar van de burgerlijk aansprakelijke partij. Wij zien in onze praktijk soms voorbeelden waarin slachtoffers in twijfelachtige omstandigheden worden uitgenodigd om voor hen nadelige “dadingen” af te sluiten. De verzekeringsmaatschappijen spelen dan in op de zwakke positie van slachtoffers die nood hebben aan een snelle vergoeding door soms een fractie aan te bieden van het bedrag waarop ze recht hebben mocht de zaak worden beoordeeld door een rechtbank. Wij hebben aantoonbare dossiers waarin wij – gelukkig maar – het been hebben stijf gehouden, de zaak hebben voorgelegd aan de rechtbank, die het dubbele of zelfs meer heeft toegekend van wat de verzekeraar eerder “in der minne” had aangeboden. Schandalige toestanden.

In de rechtspraak merken wij een evolutie dat de slachtoffers eerder worden beschermd tegenover de “machtige” verzekeringsmaatschappijen, die geacht wordt steeds als professioneel verzekeraar te handelen met kennis van zaken. Zo zal de verzekeraar aansprakelijk zijn wanneer hij het slachtoffer een dading laat ondertekenen niettegenstaande de verzekeraar weet dat de situatie van het slachtoffer nog niet geconsolideerd is (Rb. Doornik 8 april 2008, T. Verz. 2008, 395). Maar het blijft oppassen met verzekeraars. Niets belet dat u – vaak kosteloos - een beroep kunt doen op een onafhankelijk advocaat om uw dossier eens nader te bekijken of om een voorstel van de verzekeringsmaatschappij kritisch te bekijken.

Moet een dading schriftelijk afgesloten worden?

Neen. Een dading is een zogenaamde consensuele overeenkomst met bijzondere kenmerken. Om geldig te zijn is er geen geschrift vereist. Artikel 2044, 2de lid BW bepaalt nochtans dat een dading schriftelijk moet opgemaakt worden, maar dit is enkel nodig om een dading te kunnen bewijzen (bewijsformalisme). U doet er dus beter aan een geschrift op te stellen, wil u de afgesloten dading kunnen bewijzen.

Wat als ik mij vergist heb bij het afsluiten van een dadingsovereenkomst.

Dan heeft u doorgaans pech. Artikel 2052 lid 2 oud BW. bepaalt immers dat u niet kan terugkomen op een dading op grond van een rechtsdwaling. Een dwaling in rechte wordt als wilsgebrek en mogelijke nietigheidsgrond uitdrukkelijk uitgesloten bij dading. Indien u gedwaald heeft over de persoon of omtrent het voorwerp van het geschil, dan kan u wél de nietigheid van de dading vorderen (artikel 2053 lid 1 oud BW). Ook wanneer u zich heeft vergist doordat de wederpartij bedrog heeft gepleegd, kan u de dading aanvechten. Hetzelfde geldt wanneer de dading is tot stand gekomen met geweld.

De gevolgen van een dadingsovereenkomst.

Eens u een dading heeft afgesloten, dooft het bestaande geschil uit. Dit is de zogenaamde “extinctieve” werking van de dading. Partijen kunnen niet meer terugkomen op hun geschil en bijgevolg “geen oude koeien uit de gracht halen”. Als de andere partij toch opnieuw het geschil doet herleven door u bijvoorbeeld toch nog te dagvaarden, dan kan u als verweermiddel opwerpen dat de vordering onontvankelijk is omwille van de aanwezigheid van een dading. Dit noemt met juridisch de exceptio litis per transactionem finitae of de exceptie van dading. Maar wat als de andere partij zijn (positieve) verplichtingen om bijvoorbeeld een som geld te betalen, niet naleeft. U kan dan de dwanguitvoering vorderen of de dading laten ontbinden

Daarnaast heeft een dading ook een zogenaamde “declaratieve werking”, hetgeen betekent dat de rechtstoestand zoals weergegeven in de dading vanaf het begin steeds zo is geweest.

Model van dadingsovereenkomst.

Wanted Law heeft voor u de oplossing. In onze Wanted Webshop vindt u een algeheel model van dadingsovereenkomst voor 35,00 EUR btw inbegrepen. Dit model is bovendien "intelligent": u krijgt een document dat wij voor u assembleren in Microsoft Word op basis van een beperkte vragenlijst. Wij laten u dus niet aan uw lot over!

Nieuwsbrief

Blijf op de hoogte van alle nieuwste Wanted Facts, schrijf u dan in op onze nieuwsbrief.

Schrijf u in

Disclaimer

De informatie over juridische onderwerpen die u in deze bijdrage aantreft, zijn louter informatieve, algemene besprekingen en kunnen in geen geval als juridisch advies worden beschouwd. Wanted Law aanvaardt geen aansprakelijkheid voor enige schade die iemand zou lijden door voort te gaan op deze informatie. Als u juridisch advies wenst, dient u contact op te nemen met een gekwalificeerde advocaat die u zal adviseren op basis van uw persoonlijke situatie. Alle blogberichten gepubliceerd op de website van Wanted Law zijn geschreven met toepassing van het Belgisch Recht.

Copyright

Wanted Law bezit het exclusieve copyright van deze website, zijn design en de volledige inhoud ervan. Gebruik van deze website, of delen ervan, in welke vorm dan ook, is verboden zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van Wanted Law.

Op zoek naar een model van dadingsovereenkomst?

Koop de dadingsovereenkomst in de Wanted Webshop!