Neemt u liever telefonisch contact op?

Bekijk het overzicht van onze Wanted kantoren op onze contactpagina.

19/06/2025
28/08/2019

Het onderzoek naar het meemoederschap

Onderzoek naar het meemoederschap

Indien het meemoederschap niet is vastgesteld op basis van het huwelijk van de moeder (dus de meemoederschapsregel is niet van toepassing) en evenmin door erkenning, en het kind bovendien geen vaderlijke afstamming heeft, dan kan het meemoederschap gerechtelijk worden vastgesteld via een vordering tot onderzoek naar het meemoederschap (art. 325/8, eerste lid oud BW).

Voorwaarden

Volgens artikel 325/8, eerste lid oud BW is een gerechtelijke vaststelling van het meemoederschap slechts mogelijk op voorwaarde dat het meemoederschap niet reeds vaststaat op basis van:

  • Hetzij het huwelijk van de moeder (vermoeden van meemoederschap – art. 325/2 oud BW);
  • Hetzij een erkenning (art. 325/4 oud BW);

Het kind mag bovendien ook geen juridische afstammingsband hebben langs vaderszijde, aangezien een kind slechts twee juridische ouders kan hebben (combinatie moeder-vader of moeder-meemoeder). 

Behalve wat de grondslag en de bewijsmogelijkheden betreft, zijn de regels inzake het onderzoek naar het vaderschap mutatis mutandis van toepassing op het onderzoek naar het meemoederschap. 

De vordering

De familierechtbank is bevoegd om te oordelen over een vordering tot gerechtelijke vaststelling van het meemoederschap.

De vordering kan voor de familierechtbank ingesteld worden door:

  • Het kind;
  • De moeder van het kind;
  • De vrouw die het meemoederschap opeist.

De rechter verklaart de vordering gegrond: 

  • Hetzij op basis van het bezit van staat tussen het kind en de vermeende meemoeder; 
  • Hetzij op basis van het bewijs dat de vermeende meemoeder heeft ingestemd met de MBV (medisch begeleide voortplanting) overeenkomstig artikel 7 van de MBV-wet, tenzij vaststaat dat de verwekking hiervan geen gevolg kan zijn. 

Bezit van staat verwijst naar het geheel van feitelijke elementen waaruit blijkt dat de vermeende meemoeder zich als ouder heeft gedragen tegenover het kind, en dat dit ook zo werd aangenomen door de buitenwereld. 

De vordering tot gerechtelijke vaststelling van het meemoederschap is aan een verjaringstermijn van 30 jaar onderworpen:

  • Als er geen bezit van staat is, begint deze termijn te lopen vanaf de geboorte van het kind;
  • Indien het kind zelf de vordering instelt en er is geen bezit van staat, begint de verjaring pas vanaf zijn meerderjarigheid; 
  • als er wel bezit van staat was, begint de verjaringstermijn vanaf het moment dat het bezit van staat is geëindigd. 

Nieuwsbrief

Blijf op de hoogte van alle nieuwste Wanted Facts, schrijf u dan in op onze nieuwsbrief.

Schrijf u in

Disclaimer

De informatie over juridische onderwerpen die u in deze bijdrage aantreft, zijn louter informatieve, algemene besprekingen en kunnen in geen geval als juridisch advies worden beschouwd. Wanted Law aanvaardt geen aansprakelijkheid voor enige schade die iemand zou lijden door voort te gaan op deze informatie. Als u juridisch advies wenst, dient u contact op te nemen met een gekwalificeerde advocaat die u zal adviseren op basis van uw persoonlijke situatie. Alle blogberichten gepubliceerd op de website van Wanted Law zijn geschreven met toepassing van het Belgisch Recht.

Copyright

Wanted Law bezit het exclusieve copyright van deze website, zijn design en de volledige inhoud ervan. Gebruik van deze website, of delen ervan, in welke vorm dan ook, is verboden zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van Wanted Law.

Gedagvaard voor de Familierechtbank?

Neem contact op met de advocaten van Wanted Law!

Familiaal vermogensrecht in essentie - Barbaix R.

Koop in de Wanted Shop!