Wat is medisch begeleide voortplanting?
Medisch begeleide voortplanting (MBV) is het geheel van medische behandeling die, overeenkomstig de regels en van de wet van 6 juli 2007, worden toegepast met het oog op het tot stand brengen van zwangerschap buiten het kader van natuurlijke bevruchting. Deze handelingen omvatten onder meer:
- Kunstmatige inseminatie;
- Eén van de in-vitrofertilisatietechnieken.
Begrippen
Hieronder verstaat men de verschillende technieken waarbij sperma van de partner of van een donor wordt ingebracht in de genitale tractus (voortplantingsorganen) van de vrouw, met als doel een bevruchting van de eicel in het lichaam te laten plaatsvinden.
- In-vitrofertilisatie (IVF)
Daarbij gaat het om technieken waarbij op een bepaald ogenblik een eicel en/of een embryo buiten het lichaam wordt behandeld.
Bij IVF worden eicellen van de vrouw (wensouder of donor) opgezogen uit de eierstokken en in een gespecialiseerd laboratorium samengebracht met zaadcellen (van de partner of een donor). Na bevruchting worden de embryo’s op twee mogelijke manieren teruggeplaatst: ofwel in de eileider, ofwel rechtstreeks in de baarmoeder.
Ook de techniek van intra-cytoplasmatische sperma-injectie (ICSI), waarbij één enkele zaadcel rechtstreeks in de eicel wordt geïnjecteerd, valt onder de brede definitie van IVF.
Gameten zijn voortplantingscellen die op basis van het geslacht worden ingedeeld in vrouwelijke gameten (eicellen) en mannelijke gameten (spermatozoïden). Bij samensmelting vormen zij een zygote (bevruchte eicel), die zich tot een embryo ontwikkelt.
Dit zijn de organen die de gameten produceren, namelijk de eierstokken bij de vrouw en de teelballen bij de man.
Volgens de MBV-wet is een wensouder: “elke persoon die heeft besloten om ouder te worden door middel van medisch begeleide voortplanting, ongeacht of dit met zijn eigen gameten of embryo's gebeurt of niet”.
Hoe wordt de afstamming geregeld?
De afstamming bij medisch begeleide voortplanting wordt geregeld door artikel 318, §4 oud BW, evenals door de artikelen 27 en 56 van de MBV-wet.
De afstamming langs meemoederszijde (bij vrouwelijke koppels) wordt specifiek geregeld in artikelen 325/1 tot en met 325/10 oud BW.
De afstamming langs vaderszijde
De afstamming langs moederszijde
De afstamming langs meemoederszijde