Vaststelling van de afstamming
Binnen het heterohuwelijk wordt de afstamming langs vaderszijde vastgesteld volgens de regel “vader is diegene die het huwelijk aanduidt”. Krachtens artikel 315 oud BW wordt het vaderschap opgelegd aan de echtgenoot van de moeder, voor kinderen geboren tijdens het huwelijk of 300 dagen na de ontbinding of nietigverklaring van het huwelijk. Het vaderschap vloeit dus voort uit de wet en niet uit de geboorteakte.
De voorwaarden
Evenwel zal er moeten voldaan zijn aan twee voorwaarden, opdat de vaderschapsregel van toepassing is. Ten eerste moet er sprake zijn van een huwelijk met een man. De regel zal dus niet spelen bij een vrouw-vrouw huwelijk of in geval van wettelijke samenwoning tussen man en vrouw. Ten tweede, moet de afstamming langs moederszijde vaststaan.
De vaderschapsregel is krachtens artikel 315 oud BW van toepassing ten aanzien van kinderen die geboren worden tijdens het huwelijk, of ten aanzien van kinderen geboren binnen 300 dagen na de ontbinding of nietigverklaring van het huwelijk.
Wanneer is de vaderschapsregel niet van toepassing?
De vaderschapsregel is niet van toepassing ten aanzien van het kind dat geboren is meer dan 300 dagen na het verdwijnen van de echtgenoot van de gehuwde vrouw. Dit geldt voor zover het vermoeden van afwezigheid van de echtgenoot is uitgesproken door de rechtbank (artikel 316 oud BW).
Tenzij de echtgenoten op het tijdstip van de aangifte van de geboorte een gemeenschappelijke verklaring afleggen waarbij ze toch voor de vaderschapsregel opteren, is de vaderschapsregel niet van toepassing in de volgende gevallen (316 bis oud BW):
- Wanneer het kind geboren is meer dan 300 dagen nadat de familierechtbank de overeenkomst van de partijen heeft bekrachtigd in verband met de machtiging voor de echtgenoten om een afzonderlijke verblijfplaats te betrekken.
- Wanneer het kind geboren is meer dan 300 dagen nadat de familierechtbank tijdens de echtscheidingsprocedure (op grond van onherstelbare ontwrichting) voorlopige maatregelen had getroffen dat de partijen machtigt om een afzonderlijke verblijfplaats te betrekken.
- Wanneer het kind geboren is meer dan 300 dagen nadat de familierechtbank als dringende voorlopige maatregel in zijn vonnis, de machtiging heeft verleend aan de echtgenoten om een afzonderlijke verblijfplaats te betrekken. Indien de echtgenoten zich terug op hetzelfde adres vestigen binnen 180 dagen na de machtiging, is de vaderschapsregel ook niet van toepassing.
- Wanneer het kind geboren is meer dan 300 dagen na het neerleggen van het verzoekschrift met het oog op de echtscheiding door onderlinge overeenstemming.
- Wanneer het kind geboren is meer dan 300 dagen na de datum waarop de echtgenoten blijkens het bevolkingsregister, het vreemdelingeregister, of het wachtregister op verschillende adressen zijn ingeschreven, voor zover ze nadien niet opnieuw zijn ingeschreven op hetzelfde adres. Evenwel is de vaderschapsregel wel van toepassing, indien de echtgenoten sinds het sluiten van het huwelijk, nooit op hetzelfde adres zijn ingeschreven geweest.
Conflicten
Conflicten met betrekking tot het vaderschap zijn mogelijk in de volgende gevallen:
- Ingeval de geboorte plaatsheeft niet meer dan 300 dagen na de ontbinding (of nietigverklaring) van het vorige heterohuwelijk van de moeder en na de sluiting van een opvolgend (hetero)huwelijk, zou de toepassing van de vaderschapsregel een toewijzing van vaderschap aan twee mannen (kunnen) inhouden. De wet lost dit op door de nieuwe echtgenoot aan te duiden als zijnde de vader. De vorige echtgenoot kan dit echter betwisten.
- Voor het vaderschapsconflict dat kan ontstaan bij bigamie van de moeder (met twee mannen) biedt de wet geen uitdrukkelijke regeling. De beslechting ervan gebeurt, hetzij op grond van de regel "omni meliore momento" die het kind toelaat zijn verwekking te specificeren binnenin het wettelijke tijdvak van de verwekking, hetzij op grond van het meest waarschijnlijke genetische vaderschap.
Geldingskracht
Tegen het vaderschap dat gevestigd is op grond van de vaderschapsregel kan enkel worden opgekomen door middel van een vordering tot betwisting van het vaderschap. Het is onmogelijk, zelfs indien er geen sprake is van bezit van staat ten aanzien van de echtgenoot-juridische vader, om onrechtstreeks tegen dit vaderschap op te komen door een erkenning door een andere man, of door een onderzoek naar het vaderschap tegen een andere man.
De afstamming langs vaderszijde
De afstamming langs moederszijde
De afstamming langs meemoederszijde