Wanneer stopt de onderhoudsbijdrage (alimentatie) na echtscheiding?
De onderhoudsbijdrage na echtscheiding stopt in bepaalde gevallen. Vooreerst is het zo dat de onderhoudsbijdrage in de tijd begrensd is op een maximale duurtijd van het huwelijk. Na het verstrijken van deze duur zal de onderhoudsbijdrage niet meer verschuldigd zijn (art. 301, §4, eerste lid oud BW).
De onderhoudsbijdrage kan echter ook voortijdig stopgezet worden. Dit heeft te maken met het doel van deze alimentatie. De onderhoudsbijdrage heeft als doel de economische terugval te compenseren en op die manier de zelfredzaamheid te verzekeren.
Hieronder geven wij een overzicht van de gevallen waarin een onderhoudsbijdrage na echtscheiding voortijdig stopgezet wordt.
Zes verschillende hypotheses die de onderhoudsbijdrage beëindigen
1. Onderhoudsgerechtigde hertrouwt of woont wettelijk samen
Eerst en vooral zal de uitkering van rechtswege vervallen indien de onderhoudsgerechtigde echtgenoot opnieuw trouwt of met iemand anders wettelijk gaat samenwonen (art. 301, §10, tweede lid oud BW).
Er is voor de vaststelling hiervan geen rechterlijke tussenkomst nodig. Indien de nieuwe partnerrelatie tot een einde komt, zal de oorspronkelijke ex- echtgenoot de betaling van de onderhoudsbijdrage niet moeten hervatten. De echtgenoten kunnen van deze regeling afwijken in een overeenkomst.
2. Onderhoudsgerechtigde woont feitelijk samen
In het tweede geval heeft de rechter de mogelijkheid om de onderhoudsbijdrage te beëindigen indien de schuldeiser feitelijk samenleeft met iemand anders (art. 301, §10, derde lid oud BW).
Bij een feitelijke samenwoning is er geen onderhoudsplicht. Om die reden is de beëindiging facultatief. Dit geldt enkel indien ze samenleven “als waren zij gehuwd”. Hierdoor worden samenlevingsvormen tussen personen die geen paar vormen, uitgesloten.
3. Onderhoudsgerechtigde doet zelf afstand van de onderhoudsbijdrage
Ten derde kan de schuldeiser ook afstand doen van zijn recht op partneralimentatie. Dit is enkel mogelijk na de ontbinding van het huwelijk. Dit is een definitieve beslissing waarop men niet kan terugkomen.
4. Onderhoudsplichtige sterft
Ten vierde stopt de onderhoudsbijdrage na het overlijden van de schuldenaar (art. 301, §10, eerste lid oud BW).
Dit betekent dat de onderhoudsverplichting niet op de erfgenamen zal overgaan, maar de onderhoudsgerechtigde kan wel levensonderhoud vorderen ten laste van de nalatenschap onder bepaalde voorwaarden (art. 205bis, §1 en §3-6 oud BW).
5. Onderhoudsgerechtigde sterft
Indien de schuldeiser overlijdt, zal dezelfde regeling als bij het overlijden van de schuldenaar gelden. De onderhoudsbijdrage heeft een persoonlijk karakter waardoor de erfgenamen daarop dus geen aanspraak kunnen maken.
6. Rechter schaft de onderhoudsbijdrage af
Tenslotte kan de rechter de onderhoudsbijdrage afschaffen. Dit is mogelijk wanneer een van de ex-echtgenoten nieuwe elementen naar voren brengt. Na de afschaffing is het alsnog mogelijk om de onderhoudsbijdrage opnieuw toe te kennen.