Heb ik recht op onderhoudsgeld (alimentatie) na echtscheiding?
Na de echtscheiding is het de bedoeling dat de echtgenoten zo snel mogelijk zelfredzaam worden. Dit is echter niet altijd mogelijk omdat het huwelijk ook een economische relatie is. Vaak zal één van de echtgenoten zijn economische ontplooiing temperen om voor het huwelijk te zorgen. Denk bijvoorbeeld aan de opvoeding van de kinderen en het huishouden.
Er kan dus een economisch onevenwicht ontstaan tijdens het huwelijk. Om dat onevenwicht te herstellen, zal de economisch zwakkere echtgenoot recht op onderhoudsgeld (alimentatie) hebben na echtscheiding. Indien de rechter de partneralimentatie aan de ene echtgenoot toekent, zal de andere echtgenoot deze moeten betalen.
De 'behoeftige' (ex)-echtgenoot?
Dit onderhoudsgeld moet men onderscheiden van de onderhoudsbijdrage voor de kinderen. De partneralimentatie is voor de echtgenoot zelf bedoeld. De kinderalimentatie dient om de onderhoudsplicht van de ouders ten opzicht van hun kinderen te verwezenlijken.
Om aanspraak te kunnen maken op de partneralimentatie moet er een economisch onevenwicht bestaan. De behoeftige echtgenoot zal het onderhoudsgeld kunnen vorderen (art. 301, §2, eerste lid oud BW).
De behoeftige echtgenoot is niet noodzakelijk economisch gezien behoeftig. Het gaat om de echtgenoot die de minste middelen heeft. Het volgend voorbeeld kan dit verduidelijken. Indien echtgenoot A een inkomen van 5 000,00 euro heeft en echtgenoot B een inkomen van 7 000,00 euro heeft, dan zal echtgenoot A de behoeftige echtgenoot zijn.
De rechter kan de toekenning van de partneralimentatie weigeren indien de echtgenoot behoeftig is door een eenzijdige beslissing die niet door de noden van de familie gerechtvaardigd is (art. 301, §5 oud BW). Het gaat om situaties waarin de echtgenoot vrijwillig behoeftig is (bv. door zelf ontslag te nemen of bewust schulden te maken).
Uitzonderingen
In beginsel zal er geen rekening gehouden worden met de fouten van de echtgenoten bij de toekenning van de onderhoudsuitkering, maar er zijn wel twee uitzonderingen.
In het eerste geval gaat het om partnergeweld (art. 301, § 2, derde lid oud BW). De rechter zal sowieso geen partneralimentatie toekennen aan de echtgenoot die schuldig is aan partnergeweld. Een poging daartoe volstaat ook. Het tijdstip van het partnergeweld speelt geen rol. In afwachting van de strafrechtelijke uitspraak over het partnergeweld, kan de rechter een provisionele uitkering toekennen (art. 301, § 2, vierde lid oud BW). Deze is niet definitief verworven en kan teruggeëist worden. De rechter beschikt in deze situatie niet over enige beoordelingsvrijheid. Indien de echtgenoot, die een onderhoudsuitkering na echtscheiding vordert, schuldig bevonden wordt aan een dergelijk misdrijf, dan moet zijn vordering afgewezen worden.
In het tweede geval gaat het om een zware fout (art. 301, § 2, tweede lid oud BW). Hier heeft de rechter de mogelijkheid, maar niet de plicht om de partneralimentatie te weigeren. Er bestaat geen definitie van zware fout. De rechter zal aan de hand van de concrete omstandigheden beoordelen of een feit al dan niet een fout uitmaakt. In ieder geval zal het om een zware fout moeten gaan, een lichte fout volstaat niet. Overspel en het verlaten van de gezinswoning zonder rechtvaardiging kunnen als zware fout beschouwd worden.
Heeft u nog vragen?
Neem dan gerust contact op met de advocaten van Wanted Law. Het team van Wanted Law staat klaar om u met raad en daad bij te staan.
Wij geloven dat het recht toegankelijk moet zijn voor iedereen. Daarom verstrekken wij via onze website al heel wat kwalitatieve informatie. Vindt u toch het antwoord niet op onze site, dan kan u ons gerust contacteren.
Alles over onderhoudsgeld in het kader van een echtscheiding op grond van onherstelbare ontwrichting van het huwelijk
Alles over de echtscheiding op grond van onherstelbare ontwrichting van het huwelijk (EOO)