Wie vertegenwoordigt een minderjarige wanneer hij geen ouders meer heeft?
Een minderjarige is in principe handelingsonbekwaam. Dit betekent dat hij/zij wel alle rechten en plichten heeft zoals een volwassene, maar niet zelf kan optreden in het rechtsverkeer. Om deze rechten en plichten te kunnen uitoefenen, moet hij/zij vertegenwoordig worden door een wettelijke vertegenwoordiger.
De wettelijke vertegenwoordiger is de persoon die het gezag uitoefent over de handelingsonbekwame minderjarige. In de meeste gevallen zijn dit de ouders.
Maar wie vertegenwoordigt de minderjarige wanneer hij geen ouders meer heeft?
Afwezigheid van beide ouders
Wanneer de juridische ouder(s) afwezig zijn, wilsonbekwaam zijn of in de voortdurende onmogelijkheid verkeren om het ouderlijk gezag uit te oefenen, valt de voogdij open met betrekking tot de goederen van het kind. Dit heeft tot gevolg dat er zowel een voogd als een toeziende voogd wordt aangesteld.
De toeziende voogd controleert dat de voogd zijn taken correct uitvoert. Daarnaast houdt ook de vrederechter toezicht op de uitoefening van de voogdij.
De voogd vertegenwoordigt de minderjarige in alle burgerlijke rechtshandelingen
De voogd vertegenwoordigt de minderjarige bij alle burgerlijke rechtshandelingen. Hierbij kan het gaan over zowel rechtshandelingen met betrekking tot het vermogen van de minderjarige, als rechtshandelingen met betrekking tot de persoon van de minderjarige, op voorwaarde dat de vertegenwoordiging wettelijk is toegelaten.
De voogd voert zowel materieelrechtelijke als proceshandelingen uit, namens de minderjarige.
Aan de vertegenwoordigingsbevoegdheid van de voogd zijn geen bijzondere vormvereisten verbonden. Dit betekent dat de voogd zonder specifieke formaliteiten volgende handelingen kan stellen:
- Vervallen schulden van de minderjarige betalen of vorderingen innen;
- Verzekeringen afsluiten voor de minderjarige, zoals bv. een brandverzekering of een familiale verzekering;
- Inkomsten van de minderjarige innen.
Bijzondere vormvereisten?
Als men een rechtshandeling niet als een daad van beheer kan beschouwen, mag de voogd deze niet zomaar uitvoeren. In dat geval gelden bijkomende vereisten. Voor bepaalde belangrijke handelingen moet de voogd een voorafgaande bijzondere machtiging verkrijgen van de bevoegde vrederechter om deze wettelijk te kunnen uitvoeren. Deze handelingen staat opgesomd in artikel 410, §1 oud BW.
Indien de voogd een goed van de minderjarige wenst te verkopen, gebeurt dit in principe via een openbare verkoop. De vrederechter kan echter, in het belang van het kind, een verkoop uit de hand toestaan.
Voor de kwijting van het kapitaal van de minderjarige is niet alleen het akkoord van de voogd vereist, maar ook de medeondertekening door de toeziende voogd.
Wanneer een handeling door de voogd is gesteld, met inachtneming van de vereiste formaliteiten, wordt deze geacht te zijn uitgevoerd door het kind, zoals bij zijn of haar meerderjarigheid.
Indien de voogd echter een handeling stelt zonder aan de wettelijke vereisten te voldoen, kan deze nietig verklaard worden. Dit betekent dat de handeling wordt geacht nooit te hebben bestaan. Deze nietigheid kan enkel worden gevorderd door of namens de minderjarige, waarbij de rechter verplicht is de nietigheid uit te spreken.
Nog vragen?
Contacteert u gerust de advocaten van Wanted Law. Zij staan u graag met raad en daad bij!