Belangentegenstelling tussen de ouder(s) en de minderjarige
Bij een belangenconflict tussen de ouder(s) en het minderjarige kind zal de rechtbank een voogd ad hoc aanstellen om de minderjarige te vertegenwoordigen bij de materiële rechtshandeling of in het rechtsgeding waarin zijn ouders met hem een conflicterend belang hebben (artikel 378, §1, lid 6 oud BW en o.m. Vred. Roeselare 15 november 2001, T. Vred. 202, 395).
Een voorbeeld van een belangenconflict is de burgerlijke partijstelling van het kind tegen zijn vader, wanneer er geen moeder is, of de moeder aan de kant staat van de vader, of de moeder zich ook burgerlijke partij heeft gesteld.
Een belangentegenstelling kan het geval zijn wanneer ouders en kind beiden verschillende partijen zijn bij dezelfde overeenkomst. Opgepast, bij een schenking vanwege de ouders aan het kind kan een grootouder optreden als vertegenwoordiger van het kind (artikel 4.163 BW).
Ook buiten de contractuele context zijn belangenconflicten tussen ouders en kinderen mogelijk, bijvoorbeeld als de enige ouder nalaat voor de minderjarige op te treden voor de politierechtbank voor het vorderen van een schadevergoeding als slachtoffer van een verkeersongeval (Vred. Westerlo 18 april 2005, NJW 2005, 993 noot GV).
Indien er een belangentegenstelling heerst tussen beide ouders, is de vrederechter in staat om de machtiging te verlenen aan één van de ouders om de vertegenwoordigingshandeling alleen te stellen.
Wie stelt de voogd ad hoc aan?
Iedere belanghebbende, de vrederechter of het Openbaar Ministerie kan het initiatief nemen om een voogd ad hoc aan te laten stellen (artikel 378, §1, lid 6 oud BW).
De vrederechter is de bevoegde rechter. Bij absolute hoogdringendheid kan ook de Voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg een voogd ad hoc aanstellen (artikel 584, 4de en 5de lid Ger.W.).
Als het gaat om een hangend geschil, is de rechter voor wie het geschil aanhangig is bevoegd om zelfs ambtshalve een voogd ad hoc aan te stellen (artikel 378, §2 oud BW).
Wat als er niemand enig initiatief neemt?
Problematisch is het wanneer noch de rechtbank, noch de ouders, noch het Openbaar Ministerie het belangenconflict ziet en derhalve initiatief neemt. Kan de minderjarige dan zelf vragen om de aanstelling van een voogd ad hoc? Omdat de minderjarige handelingsonbekwaam is, kan hij/zij dat in principe niet. De oplossing bestaat er in dat de minderjarige zelf contact neemt met een advocaat die dan op informele basis het Openbaar Ministerie contacteert, zodat deze bij de vrederechter om de aanstelling van een voogd ad hoc kan verzoeken. Uit de rechtspraak blijkt ook dat een minderjarige gebruik kan maken van de kortgedingprocedure (art. 584, eerste lid Ger.W.) om de aanstelling van een voogd ad hoc te verkrijgen.
Heeft u nog vragen?
Contacteert dan gerust de advocaten van Wanted Law! Zij staan klaar om u met raad en daad verder te helpen.