Wat als de opdrachtgever failliet gaat?
Het faillissement van de opdrachtgever heeft in principe geen invloed op het voortbestaan van de aannemingsovereenkomst, tenzij u in de aannemingsovereenkomst een ontbindend beding heeft opgenomen waardoor de aannemingsovereenkomst in geval van faillissement van bouwheer of aannemer van rechtwege eindigt. De aannemingsovereenkomst is een wederkerige overeenkomst tussen de opdrachtgever en de aannemer. De opdrachtgever heeft de verbintenis om te betalen voor de prestaties van de aannemer. Wanneer de bouwheer failliet gaat, zal hij niet meer aan deze verbintenis kunnen voldoen.
Het keuzerecht van de curator.
De curator die door de Ondernemingsrecht werd aangesteld over het faillissement, zal de belangen behartigen van de gezamenlijke schuldeisers en de algemeen bevoorrechte schuldeisers. De curator heeft een wettelijk keuzerecht tussen het stopzetten van de aannemingsovereenkomst en het verderzetten van de overeenkomst. Wanneer de aannemingsovereenkomst wordt voortgezet nà faillissement, zal u als aannemer voor de werken die uitgevoerd worden na het faillissement een schuldvordering op de massa hebben. Dit wil zeggen dat de curator buiten iedere samenloop om de aannemingsprijs zal moeten betalen als boedelschuld.
Wanneer de curator beslist om de aanneming stop te zetten, verbreekt de curator deze aannemingsovereenkomst en zal hij een verbrekingsvergoeding moeten betalen die ofwel contractueel begroot werd, ofwel voortvloeit uit de wettelijke regeling van artikel 1794 BW. De aannemer zal dan recht hebben op een schadevergoeding voor al zijn uitgaven, al zijn arbeid en de gederfde winst. Maar...deze schadevergoeding voor de geleverde prestaties en materialen, alsook voor de gederfde winst, zal een schuldvordering "in de massa" zijn, hetgeen betekent dat u als aannemer aangifte van schuldvordering dient in te dienen in het passief van het faillissement, en uw kansen op uitbetaling eerder beperkt zijn.
Wat kan u als aannemer concreet doen als uw opdrachtgever failliet gaat?
U kan vooreerst al de materialen die zich bij de gefailleerde opdrachtgever bevinden terughalen, als ze nog individualiseerbaar zijn en nog niet in het gebouw verwerkt zijn.
Verder beschikt u als aannemer volgens de wet nog over een aantal voorrechten in het faillissement:
- Een onroerend voorrecht ten belope van de meerwaarde die ontstaan is door de uitvoering van de werken, mits aan de strikte voorwaarden is voldaan. In de praktijk is dit voorrecht omwille van het formalisme dode letter (artikel 27,5° Hypotheekwet).
- Een roerend voorrecht met betrekking tot de kosten tot behoud van de zaak (artikel 20,4° Hypotheekwet).
- De rechtstreekse vordering ingesteld vóór het faillissement behoudt haar uitwerking nà faillissement (artikel 20,12° Hypotheekwet).
U dient best zo snel mogelijk contact op te nemen met de curator en een aangifte van schuldvordering in te dienen.
Ten slotte zal het faillissement van de opdrachtgever niet als onvoorzienbaar worden gezien en dus geen overmacht uitmaken in hoofde van de aannemer ten opzichte van zijn onderaannemers.