Uw aannemer zit in gerechtelijke reorganisatie (WCO).
De procedure van de gerechtelijke reorganisatie kan worden opgestart wanneer de continuïteit van een onderneming onmiddellijk of op termijn bedreigd is.
Oorspronkelijk had het wettelijk kader, namelijk de wet van 31 januari 2009 betreffende de continuïteit van de ondernemingen (WCO), enkel betrekking op de zogenaamde ‘handelaars’. Dit zorgde ervoor dat de vrije beroepsbeoefenaars buiten het toepassingsgebied van de wet bleven. Sinds 1 mei 2018 is het toepassingsgebied uitgebreid naar alle ondernemingen. Hierdoor is het insolventierecht dus ook toegankelijk voor vrije beroepsbeoefenaars.
Wat met lopende overeenkomsten?
Lopende overeenkomsten, alsook de modaliteiten en de uitvoering ervan worden niet beëindigd door de aanvraag of de opening van de procedure van gerechtelijke reorganisatie. Dit geldt ook voor de contracten met een intuitu personae-karakter. Dit zijn contracten waarbij de identiteit van de wederpartij bepalend is voor het sluiten van de overeenkomst, zoals de aannemingsovereenkomst.
De schuldenaar kan echter wel beslissen om een lopende overeenkomst niet langer uit te voeren voor zolang de uitvoering opgeschort is. Dit kan hij enkel op voorwaarde dat dit noodzakelijk is om een reorganisatieplan te kunnen voorstellen aan de schuldeisers of om de overdracht onder gerechtelijk gezag mogelijk te maken. In dat geval kan de schuldeiser, in dit geval de aannemer, zijn eigen prestaties opschorten. Wanneer de schuldenaar een lopende overeenkomst niet langer uitvoert, zal hij een schadevergoeding moeten betalen. De schuldeiser heeft dan een schuldvordering in de opschorting van de overeenkomst.
Wat met strafbedingen?
De strafbedingen, met inbegrip van bedingen tot verhoging van de rentevoet, die als doel hebben de potentiële schade die ontstaan is door het niet nakomen van de hoofdverbintenis op forfaitaire wijze te dekken, blijven zonder gevolg tijdens de periode van de opschorting. Ze blijven dit tot het reorganisatieplan ten aanzien van de schuldeisers die in het plan opgenomen zijn integraal wordt uitgevoerd. De schuldeiser kan de werkelijk geleden schade aantonen en deze opnemen in zijn schuldvordering in de opschorting.