Wat is rechtsbekwaamheid?
Rechtsbekwaamheid of ook wel genotsbekwaamheid genoemd, is het vermogen om te beschikken over (bepaalde) rechten en plichten. In die zin is het begrip rechtsbekwaamheid heel nauw verwant met het begrip “persoonlijkheid”, drager van rechten en plichten. Maar in tegenstelling tot de persoonlijkheid, die voor elke persoon gelijk is, kan de mate van rechtsbekwaamheid van persoon tot persoon verschillen.
Het uitgangspunt is dat elke persoon dezelfde volledige rechtsbekwaamheid bezit, en dus volledig rechtsbekwaam is.
Gedeeltelijke rechtsonbekwaamheid.
Er zijn slechts twee categorieën van beperkte rechtsonbekwamen in ons rechtsstelsel:
- Sommige strafrechtelijk veroordeelden;
- de vreemdelingen.
De rechtsonbekwaamheid is steeds noodzakelijkerwijze beperkt en dus niet algemeen. Volledige rechtsonbekwaamheid zou leiden tot het verlies van rechtspersoonlijkheid, wat sinds de afschaffing van de slavernij niet meer mogelijk is.
Beperkte specifieke rechtsonbekwaamheden.
Het gaat om rechtsonbekwaamheden die gelden mbt één bepaalde rechtsverhouding.
Zij vloeien voort uit de wet en daardoor gelden ze voor alle personen die behoren tot de vernoemde categorie:
- bijvoorbeeld: artikel 161-163 BW: de onbekwaamheid om te huwen met een naaste bloedverwant.
Daarenboven bestaan er ook rechtsonbekwaamheden, uitgesproken door een rechter:
- De ontzetting uit het ouderlijk gezag (art. 32-33 Jeugdbeschermingswet)
- De ontzetting uit de voogdij (art. 397-399 BW)