De aannemingsovereenkomst
Het begrip "aannemingsovereenkomst" is nergens terug te vinden in het Burgerlijk Wetboek. Een aannemingsovereenkomst is een "huur van werk en diensten’’. Dit type van overeenkomst is wél terug te vinden in het Burgerlijk Wetboek. Artikel 1710 oud BW (zie ook art. 1711 oud BW) beschrijft het als volgt:
“Huur van werk is een contract waarbij de ene partij zich verbindt om iets voor de andere te verrichten, tegen betaling van een tussen hen bedongen prijs.”
De aannemingsovereenkomst volgens het Hof van Cassatie
Het Hof van Cassatie heeft het begrip aannemingsovereenkomst gedefinieerd in een Arrest van 3 september 2010:
"Een aannemingsovereenkomst is een overeenkomst waarbij een persoon zich ertoe verbindt tegen betaling van een prijs een bepaald intellectueel of stoffelijk werk te verrichten voor een ander door het stellen van materiële handelingen.”
Bijkomend stelde het Hof van Cassatie dat diegene die de prestaties verricht onafhankelijk is van de opdrachtgever. Er mag geen band van ondergeschiktheid zijn, want dan zou er sprake kunnen zijn van een arbeidsovereenkomst.
Vaak spreekt men van aannemingsovereenkomst om een overeenkomst in de bouw aan te duiden. Bouwovereenkomsten zijn aannemingsovereenkomsten, maar niet alle aannemingsovereenkomsten zijn bouwovereenkomsten. Bouwovereenkomsten worden in het oud Burgerlijk Wetboek geregeld door de artikelen 1787-1799 oud BW.
Geen aannemingsovereenkomst zonder een aannemer
De persoon die het werk uitvoert, is de aannemer. De aannemer is diegene die de dienst presteert, en kan om het even wie zijn. Ook advocaten zijn aannemers in de juridische zin van het woord.
De kenmerken van de aannemingsovereenkomst.
De aannemingsovereenkomst is een overeenkomst met een aantal kenmerken:
- De aannemingsovereenkomst is een wederkerige overeenkomst: er zijn verplichtingen voor zowel de aannemer als voor de opdrachtgever.
- De aannemingsovereenkomst is consensueel: de loutere wilsovereenstemming over de essentiële en de eventuele substantiële kenmerken is voldoende om het aannemingscontract te doen ontstaan. De essentiële elementen zijn het voorwerp van de werken en de aannemingsprijs.
De aannemingsovereenkomst kan bijgevolg perfect mondeling afgesloten worden. In bepaalde gevallen kan de aannemingsovereenkomst niet mondeling afgesloten worden, bijvoorbeeld wanneer u contracteert met een architect. Volgens zijn deontologie dienen architectenovereenkomsten steeds schriftelijk te worden gesloten.
- De aannemingsovereenkomst geschiedt "onder bezwarende titel": De opdrachtgever moet een aannemingsprijs betalen, ongeacht de wijze van begroting of de vorm. De aannemingsprijs is een zogenaamd constitutief bestanddeel, zonder dewelke er geen sprake kan zijn van een aannemingsovereenkomst.
Daarnaast is het kenmerkend voor de aannemingsovereenkomst dat de aannemer onafhankelijk zijn opdracht uitvoert. De opdrachtgever mag wel zeggen hoe hij wil dat de opdracht wordt uitgevoerd, maar de aannemer moet vrij zijn in de organisatie van zijn werk.
Verder is de aannemingsovereenkomst verbonden aan de persoon (intuitu personae). Men sluit de overeenkomst af met een bepaalde aannemer omwille van zijn bijzondere eigenschappen of bekwaamheid.
Voorbeelden van aannemingsovereenkomsten
Enkele voorbeelden van aannemingsovereenkomsten in de praktijk:
- Contract huwelijksbureau
- Gerantencontract
- Overeenkomst met etalagist
- Overeenkomst met advocaat, kinesist, verzekeringsmakelaar, etc.
- Auteurscontract
Aannemingsovereenkomsten komen dus niet alleen voor in de bouwsector!
Andere actoren bij het bouwproces