Wat is het recht van antwoord?
Het recht van antwoord is het recht om een door een publicatie in de media begane schending van de morele integriteit van een persoon te herstellen via een kosteloze reactie. Het recht van antwoord beschermt in de eer en de goede naam van het individu en wordt geregeld in de Antwoordrechtwet en in het Vlaams Omroepdecreet.
Het recht van antwoord is slechts van toepassing wanneer men bij naam wordt genoemd in twee soorten media: periodieke geschriften en audiovisuele uitzendingen. Indien deze media een persoon expliciet vermelden of impliciet aanwijzen, heeft die persoon een recht van antwoord.
De voorwaarden van het recht van antwoord.
Het recht van antwoord is niet absoluut. Al naar gelang het gebruikte medium, moet men aan enkele voorwaarden voldoen om het recht te kunnen uitoefenen.
Het recht van antwoord is beperkt bij audiovisuele media. Bij audiovisuele media is het doel beperkt tot het rechtzetten van onjuiste feiten omtrent de persoon of het reageren op feiten of verklaringen die de eer aantasten. Opgelet, negatieve opinies of waardeoordelen geven geen aanleiding tot een recht van antwoord. Het moet gaan om een onjuiste weergave van de feiten.
Bij periodieke geschriften is het recht op antwoord onbeperkt. Men is dus niet beperkt tot de twee mogelijkheden van het recht van antwoord bij audiovisuele media. Hierop bestaat wel nog een uitzondering voor wetenschappelijke, artistieke of letterkundige kritiek. In deze gevallen heeft men enkel de twee mogelijkheden die men bij de audiovisuele media heeft.
Ook de termijn is verschillend naar gelang het medium. Bij periodieke tijdschriften kan men het recht van antwoord binnen drie maanden na de publicatie uitoefenen. Bij audiovisuele media moet de aanvraag tot antwoord binnen de dertig dagen worden ingediend.
Het recht van antwoord moet in dezelfde taal als die de media gebruikten, uitgeoefend worden.
Wat als men uw recht van antwoord weigert?
De Antwoordrechtwet voorziet in andere sancties dan het Vlaams Omroepdecreet. De Antwoordrechtwet voorziet strafrechtelijke sancties indien de uitoefening van het recht van antwoord geweigerd wordt. Het Vlaams Omroepdecreet voorziet een recht op vergoeding. Er is ook een mogelijkheid om de opname van het antwoord door een rechter te laten bevelen.