Het opting out-systeem voor de orgaantransplantatie
Sinds de wet van 13 juni 1986 betreffende het wegnemen en transplanteren van organen heeft men in België een opting out-systeem voor de orgaantransplantatie. Dit betekent dat bij een overlijden de overledene automatisch in aanmerking komt voor het donorschap, tenzij u uitdrukkelijk hebt laten registeren dat u dit niet wil.
Wie valt onder het opting-out systeem voor orgaantransplantatie?
Niet alle personen vallen automatisch onder dit systeem.
Alle Belgen, vreemdelingen die in het bevolkingsregister zijn ingeschreven en vreemdelingen die meer dan zes maanden in het vreemdelingenregister zijn ingeschreven, vallen automatisch onder dit systeem.
Andere personen vallen niet automatisch onder dit systeem. Dit betekent niet dat ze niet de mogelijkheid hebben om hun organen na de dood af te staan. Zij kunnen tijdens hun leven uitdrukkelijk hun wilstoestemming geven om wél in aanmerking te komen voor het orgaandonorschap.
Het verzet tegen het opting-out systeem voor orgaantransplantatie
Iemand die automatisch binnen het systeem valt, kan zich hiertegen verzetten. Het verzet moet tijdens het leven gebeuren, dus nabestaanden kunnen zich niet meer verzetten in de plaats van de overledene. Men onderscheidt vier mogelijke situaties:
- Personen die minstens achttien jaar oud zijn en hun wilstoestemming voor het verzet kunnen uitdrukken.
- Bij onbekwamen en onder bewind gestelden kan enkel de wettelijke vertegenwoordiger of de bewindvoerder het verzet uiten.
- Personen die de leeftijd van achttien jaar niet hebben bereikt en in staat zijn om hun wil uit te drukken, kunnen zelfstandig hun verzet uiten. De voogd of één van de ouders kan dit verzet ook uiten.
- Personen die de leeftijd van achttien jaar niet hebben bereikt en niet in staat zijn om hun wil uit te drukken, kunnen niet zelfstandig hun verzet uiten. Enkel de voogd of een van de ouders kan dit verzet uiten.
Het verzet dat in situatie 3 en 4 is geuit, vervalt indien de persoon de leeftijd van achttien jaar bereikt.
De procedure van orgaanwegneming
Om tot orgaanwegneming over te gaan, mag de overledene tijdens zijn leven zich niet verzet hebben. De arts die de orgaanwegneming zal uitvoeren, is verplicht om na te gaan of de overledene zich verzet heeft.
Men kan enkel tot de orgaanwegneming overgaan indien een college van drie artsen het overlijden vaststelt. De arts die de orgaantransplantatie zal uitvoeren, mag geen lid zijn van dit college. Bij een onbekende doodsoorzaak, kan men enkel de organen wegnemen indien de procureurs des Konings daarmee instemt.
De arts neemt de organen op een eerbiedvolle manier weg. Hij moet het lichaam esthetisch dichtnaaien. Tijdens heel de procedure blijven de donor en de ontvanger anoniem.