Verwantschap.
Verwantschap is de juridische band tussen personen waarbij de één van de ander afstamt of waarbij men een gemeenschappelijke stammoeder, stamvader of stammeemoeder heeft. In het recht onderscheid men binnen de categorie van verwantschap:
- De verwantschap in de rechte lijn, waarbij de ene persoon van de andere afstamt. Hier hanteert men nog eens het verschil tussen de rechte opgaande lijn en de rechte neergaande lijn. Bijvoorbeeld het kind is een verwant in neergaande lijn van zijn ouders en ook van zijn grootouders.
- De verwantschap in de zijlijn waarbij men afstamt van eenzelfde persoon. Het volstaat dat men slechts één gemeenschappelijke ouder heeft, om de verwantschap te doen ontstaan. Een halfbroer zal bijvoorbeeld juridisch gezien een broer zijn.
Men kan ook een onderscheid maken tussen de gewone verwantschap en de adoptieve verwantschap. De adoptieve verwantschap komt tot stand op grond van een adoptieve afstammingsband. Juridisch gezien is er dus slechts sprake van verwantschap, indien er een afstammingsband aanwezig is. Verdwijnt deze afstammingsband, dan zal ook het verwantschap verdwijnen. In het juridisch gaat men de intensiteit van het verwantschap bepalen aan de hand van “graden”. Men gaat letterlijk het aantal tussenschakels na. Bijvoorbeeld de tante en de neef zijn verwanten van de derde graad van elkaar, broer en zus zijn verwanten van de tweede graad, ouder en kind zijn verwanten van de eerste graad,...
Verwantschap is niet te verwarren met aanverwantschap, wat iets compleet verschillends is!
Wat zijn de gevolgen van verwantschap?
Non-discriminatie
Bij gewone afstamming wordt elke persoon volledig opgenomen in de verwantschapsbindingen van elk van zijn ouders. Krachtens artikel 334 oud BW heeft elke persoon dezelfde rechten en plichten ten opzichte van zijn verwanten. Hetzelfde geldt voor de volle adoptie. Een ander verhaal is de gewone adoptie, waarbij enkel verwantschap tot in de eerste graad wordt gevestigd.
Enkele concrete gevolgen
Verwantschap zal leiden tot een aantal gevolgen, voornamelijk op vlak van het burgerlijk recht maar ook in andere domeinen van het recht. Voorbeelden van gevolgen die boven de eerste graad van verwantschap gelden: het omgangsrecht, erfrechtelijke aanspraken, het bestaan van een verschoningsgrond m.b.t sommige misdrijven, het verbod om als getuige gehoord te worden (door de politierechtbank, correctionele rechtbank en het Hof van Assisen), bestaan van huwelijksbeletselen, …
Echter zal men vaak de gevolgen beperken tot een bepaalde graad van verwantschap. Bijvoorbeeld: de huwelijksbeletselen tussen verwanten in de zijlijn geldt tot de derde graad.