Neemt u liever telefonisch contact op?

Bekijk het overzicht van onze Wanted kantoren op onze contactpagina.

03/09/2024
13/08/2019

Wat zijn "principieel omgangsgerechtigden"?

Principieel omgangsgerechtigden.

De principieel omgangsgerechtigden zijn de ouders, grootouders (en overgrootouders) en de pleegzorgers bij wie het kind minstens één jaar werd geplaatst. Principieel omgangsgerechtigden zijn automatisch krachtens de wet omgangsgerechtigd. Enkel in het belang van het kind zal men deze personen de uitoefening van hun recht kunnen ontzeggen.

In het recht kent men verschillende categorieën van principieel omgangsgerechtigden. We overlopen in deze bijdrage deze categorieën.

De ouders.

Bij de ouders moet men een onderscheid maken naargelang de ouders al dan niet het ouderlijk gezag hebben.

  • Ouders die hun ouderlijk gezag nog hebben.

Het omgangsrecht is een onderdeel van het ouderlijk gezag. Hier is het omgangsrecht een concretisering van één van hun ouderlijke prerogatieven, namelijk het recht op persoonlijk contact met het kind. Het wordt geregeld in artikel 374, §1, 4e lid oud BW. Het omgangsrecht van deze personen is prioritair ten opzichte van de andere categorieën van omgangsgerechtigden. Men kan dit contact slechts om bijzonder ernstige redenen ontzeggen (artikelen 374, §1, 4e lid en 387undecies oud BW). Bijvoorbeeld verkrachting, mishandeling, autoritaire en intimiderende incestpleger, jarenlange afwezigheid, extreme verwaarlozing, …

Ouders die om de een of andere reden hun ouderlijk gezag niet meer hebben, kunnen geen beroep meer doen op de regeling van het omgangsrecht zoals bepaald in de artikel 374 § 1 4de lid oud BW). Het gaat dan bijvoorbeeld om ouders die ontzet zijn uit hun ouderlijk gezag, gevallen van adoptie en volle adoptie.

  • Ouders die geen ouderlijk gezag meer hebben.

Ook al hebben ouders geen ouderlijk gezag meer, toch blijven ze principieel omgangsgerechtigde. Daarom blijven bijvoorbeeld de biologische ouders bij gewone adoptie omgangsgerechtigd.  Maar men zal in deze gevallen gemakkelijker de uitoefening van het recht kunnen ontzeggen. Echter zal men vaak door de omstandigheden in het concrete geval de uitoefening van het omgangsrecht kunnen ontzeggen. Men ontzegt het omgangsrecht dan ter bescherming van de minderjarige. Zonder wettelijk vastgestelde afstammingsband wordt de louter genetische ouder niet gezien als een omgangsgerechtigde. Voor het recht is men dan een derde.

De grootouders en de overgrootouders.

Het omgangsrecht van de grootouders wordt geregeld in het artikel 375bis oud BW. We onderscheiden drie situaties:

  • Voor zover de afstammingsbanden wettelijk vaststaan, hebben de grootouder een omgangsrecht. Krachtens artikel 334 oud BW wordt er ook geen onderscheid meer gemaakt tussen huwelijkse en buitenhuwelijkse kinderen.
  • Bij gewone adoptie zullen enkel de oorspronkelijke grootouders een omgangsrecht hebben. De ouders van de adoptant worden niet gezien als grootouders in de zin van het artikel 375bis oud BW.
  • Bij volle adoptie zullen zowel de oorspronkelijke grootouders als de adoptieve grootouders over een omgangsrecht beschikken.

De grootouders zullen geen bijzondere redenen moeten opgeven om aanspraak te kunnen maken op omgang met kind. Het contact tussen grootouder en kind wordt ook gezien als een voordeel voor het kind.

Krachtens artikel 375bis, 2e lid oud BW kan men evenwel het contact ontzeggen. Men zal dan moeten bewijzen dat het contact niet in het belang van het kind is. De uitoefening van het omgangsrecht van de grootouders zal men (in vergelijking met die van de ouder) veel gemakkelijker kunnen ontzeggen. Men zal hier veel meer omstandigheden kunnen inroepen, om te bewijzen dat het contact niet in het belang van het kind is.

Ook dient er opgemerkt te worden dat het omgangsrecht van de grootouders ondergeschikt is aan dat van de ouders. In geval er dus meerdere personen zijn die hun omgangsrecht ten aanzien van het kind willen laten gelden, zal het omgangsrecht van de grootouders in functie van het omgangsrecht van de ouders gesteld worden.

Overgrootouders worden ook geacht principieel omgangsgerechtigde te zijn (artikel 375bis oud BW).

De pleegzorgers.

Krachtens artikel 387quaterdecies oud BW worden personen bij wie een kind minstens één jaar voortdurend werd geplaatst, vermoed een bijzonder affectieve band te hebben met het kind. Door dit vermoeden van bijzonder affectieve band zijn deze personen ook principieel omgangsgerechtigden. Ook hier geldt de regel dat men de uitoefening ervan kan ontzeggen wanneer men kan bewijzen dat het niet in het belang van het kind is.

Nieuwsbrief

Blijf op de hoogte van alle nieuwste Wanted Facts, schrijf u dan in op onze nieuwsbrief.

Schrijf u in

Disclaimer

De informatie over juridische onderwerpen die u in deze bijdrage aantreft, zijn louter informatieve, algemene besprekingen en kunnen in geen geval als juridisch advies worden beschouwd. Wanted Law aanvaardt geen aansprakelijkheid voor enige schade die iemand zou lijden door voort te gaan op deze informatie. Als u juridisch advies wenst, dient u contact op te nemen met een gekwalificeerde advocaat die u zal adviseren op basis van uw persoonlijke situatie. Alle blogberichten gepubliceerd op de website van Wanted Law zijn geschreven met toepassing van het Belgisch Recht.

Copyright

Wanted Law bezit het exclusieve copyright van deze website, zijn design en de volledige inhoud ervan. Gebruik van deze website, of delen ervan, in welke vorm dan ook, is verboden zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van Wanted Law.

Online shoppen in de Wanted Webshop?

Ontdek de Wanted Webshop!

Wenst u een videoconsultatie bij Wanted Law?

Ik boek een videoconsultatie bij Wanted Law!