Kan de ambtenaar van de burgerlijke stand weigeren mijn huwelijk te voltrekken?
De ambtenaar van de burgerlijke stand kan in sommige gevallen weigeren het huwelijk te voltrekken. De opgestelde huwelijksaangifte geeft dus geen garantie voor een huwelijksvoltrekking. Er kunnen zich twee situaties voordoen waarbij de ambtenaar de huwelijksvoltrekking weigert.
De huwelijksvoorwaarden zijn niet vervuld.
De ambtenaar van de burgerlijke stand zal de huwelijksvoltrekking weigeren indien blijkt dat een van de twee kandidaten niet aan alle huwelijksvoorwaarden voldoet. Hij moet dit ook doen indien blijkt dat het huwelijk in strijd is met de openbare orde (bijvoorbeeld een schijnhuwelijk). Dit alles is bepaald in artikel 167, eerste lid van het oud Burgerlijk Wetboek. De ambtenaar is bovendien zelfs verplicht om de Procureur des Konings en de kandidaten te informeren over zijn beslissing (art. 167, vierde lid oud BW). De kandidaten kunnen binnen een maand een proces tegen de beslissing bij de familierechtbank starten (art. 167, zesde lid oud BW).
De ambtenaar heeft niet de vrijheid om in elk geval naar zijn oordeel te beslissen of de huwelijksvoorwaarden voldaan zijn. Hij is bij zijn beoordeling door de wet gebonden. Het komt hem niet toe om over de opportuniteit van het huwelijk oordelen.
Er is een ernstig vermoeden dat één van de kandidaten niet aan alle huwelijksvoorwaarden voldoet.
In het tweede geval kan de ambtenaar de huwelijksvoltrekking weigeren indien er een ernstig vermoeden bestaat dat een van de twee kandidaten niet aan alle huwelijksvoorwaarden voldoet. Dezelfde mogelijkheid bestaat indien hij vermoedt dat het huwelijk in strijd is met de openbare orde. In dat geval kan de ambtenaar het huwelijk maximaal met twee maanden uitstellen om verder te onderzoeken naar het voldoen van de huwelijksvoorwaarden. Tijdens dit onderzoek kan hij om een advies van de procureur des Konings vragen. De procureur des Konings kan die termijn met drie maanden verlengen. Dit geeft een totaal van maximaal vijf maanden (art. 167, tweede lid oud BW).
Indien na afloop van deze periode de ambtenaar zijn vermoeden niet heeft kunnen bevestigen, is hij verplicht om het huwelijk te voltrekken (art. 167, derde lid oud BW). Tegen deze weigering is er ook een mogelijkheid om binnen een maand een procedure bij de familierechtbank te starten (art. 167, zesde lid oud BW).
Heeft u nog vragen?
Neem dan gerust contact op met de advocaten van Wanted Law. Het team van Wanted Law staat klaar om u met raad en daad bij te staan.
Wij geloven dat het recht toegankelijk moet zijn voor iedereen. Daarom verstrekken wij via onze website al heel wat kwalitatieve informatie. Vindt u toch het antwoord niet op onze site, dan kan u ons gerust contacteren.