De gedwongen uitvoering van het omgangsrecht
Wat kunt u doen wanneer een ouder het bezoekrecht of de omgangsregeling niet naleeft? In de praktijk is dit een moeilijke situatie, maar in principe kan men de naleving van het omgangsrecht afdwingen via een gedwongen tenuitvoerlegging.
Wat is de wettelijke basis voor de gedwongen uitvoering van het omgangsrecht?
Sinds de wet van 18 juli 2006 bestaat er een uitdrukkelijke wettelijke basis voor de gedwongen tenuitvoerlegging van het omgangsrecht (en de verblijfsregeling). Artikel 387ter, §1 van het oud Burgerlijk Wetboek bepaalt dat het mogelijk is om bij de rechtbank de gedwongen uitvoering te vorderen van een rechterlijke beslissing inzake omgangsrecht.
Daarnaast bepaalt artikel 387ter, §2 van het oud Burgerlijk Wetboek dat men de gedwongen tenuitvoerlegging ook kan vragen voor het omgangsrecht dat opgenomen is in voorafgaande overeenkomsten in het kader van een echtscheiding door onderlinge toestemming (EOT).
Wat is de procedure voor de gedwongen uitvoering van het omgangsrecht?
Wanneer uw ex-partner weigert het omgangsrecht te respecteren, hoewel dit werd toegekend via een rechterlijke beslissing of is opgenomen in een EOT-overeenkomst, kunt u zich opnieuw wenden tot de familierechtbank.
De familierechtbank zal nagaan of het aangewezen is om over te gaan tot de gedwongen tenuitvoerlegging van het omgangsrecht. Daarbij houdt de rechter rekening met de motieven van de weigering en maakt hij een afweging tussen:
- Enerzijds het principe van het verbod op fysieke dwang tegenover minderjarigen;
- Anderzijds het fundamenteel recht op persoonlijk contact tussen het kind en de omgangsgerechtigde, evenals respect voor rechterlijke uitspraken.
Indien de rechter de tenuitvoerlegging toestaat, zal hij ook bepalen op welke wijze deze moet gebeuren. Dat kan bijvoorbeeld met de tussenkomst van een familielid, de politie of onder begeleiding van een deskundige. De rechter zal er steeds over waken dat het kind zo veel mogelijk beschermd wordt tegen traumatische ervaringen.
Belangrijk: u kunt niet rechtstreeks een gerechtsdeurwaarder inschakelen om het omgangsrecht af te dwingen. De tussenkomst van de familierechtbank is altijd vereist!
Wat met oudere minderjarigen?
In de praktijk blijkt het bijzonder moeilijk – zo niet onmogelijk – om het omgangsrecht gedwongen uit te voeren bij oudere minderjarigen, doorgaans vanaf de leeftijd van elf à twaalf jaar. Rechters houden in toenemende mate rekening met de mening, maturiteit en weerstand van het kind. Een fysieke of gedwongen tenuitvoerlegging wordt dan vaak als onwenselijk of traumatiserend beschouwd.
In dergelijke situaties kan de familierechtbank eventueel alternatieve maatregelen opleggen, zoals het toekennen van een dwangsom aan de ouder die het omgangsrecht belemmert. Ook is het mogelijk om, in ernstige gevallen, een strafklacht in te dienen.
Eenzijdige procedure in het geval van absolute noodzaak!
Artikel 387ter, §3 van het oud Burgerlijk Wetboek voorziet in de mogelijkheid om, in geval van absolute noodzaak, een eenzijdig verzoekschrift in te dienen bij de familierechtbank. Dit betekent dat de procedure zonder tegenspraak verloopt, m.a.w. de andere ouder wordt in eerste instantie niet betrokken bij de behandeling van het verzoek.
Om van deze procedure gebruik te maken, moet u aantonen dat u de andere ouder daadwerkelijk hebt aangemaand tot naleving van de rechterlijke beslissing en dat die ouder zich daartegen heeft verzet.
Deze bepaling vormt in feite een familierechtelijke toepassing van de gemeenrechtelijke kortgedingregeling op eenzijdig verzoekschrift zoals voorzien in artikel 584 van het Gerechtelijk Wetboek.
Wat zegt het Europees Hof van de Rechten van de Mens (EHRM) over de gedwongen uitvoering van het omgangsrecht?
Wanneer een ouder een gerechtelijke beslissing inzake het omgangsrecht niet naleeft, aanvaardt het EHRM dat men kan overgaan tot gedwongen maatregelen om die beslissing te doen naleven.
Toch benadrukt het EHRM dat de gedwongen tenuitvoerlegging steeds moet gebeuren met respect voor de belangen van het kind. Dergelijk optreden is dus niet verboden, maar moet proportioneel, zorgvuldig en kindvriendelijk zijn.
De onderhoudsverplichting van ouders opzichtens hun kinderen
De bestanddelen van het ouderlijk gezag