Verval van de overeenkomst?
Het verval van de overeenkomst is een ongewone beëindigingswijze van een overeenkomst. Deze beëindigingswijze is ontstaan in de rechtspraak van het Hof van Cassatie (Cass. 28 november 1980, Arr.Cass. 1980-1981, blz. 352). Het wegvallen van het voorwerp wordt erkend als algemeen rechtsbeginsel van aanvullend recht. Tot op heden is er in het huidig burgerlijk wetboek hieromtrent geen codificatie voorzien.
Indien één van de essentiële geldigheidsvereisten (voorwerp of oorzaak) verdwijnt, dan vervalt de rechtshandeling van rechtswege, maar zonder terugwerkende kracht.
Het nieuwe boek "Verbintenissen" in het Burgerlijk Wetboek.
Bij de inwerkingtreding van nieuw boek "Verbintenissenrecht" (deel 5) in het Burgerlijk Wetboek zal een nieuw artikel 5.116 BW worden ingevoegd inzake het wegvallen van het voorwerp. Dit artikel regelt het verval van de overeenkomst door verdwijning van het voorwerp alsook het verband met het verval van de verbintenis door het wegvallen van haar voorwerp. Het nieuw artikel 5.339 BW zal het verval van de eigenlijke verbintenis regelen. Indien het voorwerp van de verbintenis vervalt zal het bijgevolg onmogelijk zijn om het voorwerp ervan in natura uit te voeren, onverminderd de fout van de schuldenaar of schuldeiser of overmacht. Deze onmogelijkheid dient niet op abstracte wijze worden geïnterpreteerd, maar dient te worden beoordeeld in het licht van het voorwerp zoals partijen zijn overeengekomen.
Het nieuwe artikel 5.116 BW omvat geen regeling betreffende het wegvallen van de oorzaak van de overeenkomst. Deze beëindigingsgrond is reeds jarenlang een bron van juridische onzekerheid. Waar de schuldeiser de uitvoering in natura van de verbintenis niet meer kan eisen, kan hij wel het herstel van de schade eisen die hem werd berokkend ingevolge de toerekenbare niet-nakoming van de schuldenaar.
Enkel de definitieve onmogelijkheid van de uitvoering het verval van de verbintenis tot gevolg kan hebben. Bij een tijdelijke onmogelijkheid dient toepassing te worden gemaakt van nieuw artikel 5.100 BW als de onmogelijkheid kan worden toegerekend aan de schuldenaar dan wel nieuw artikel 5.102 BW als de onmogelijkheid niet aan de schuldenaar kan worden toegerekend.
Indien de overeenkomst wegens onmogelijkheid van uitvoering aan de schuldenaar kan worden toegerekend, zal de overeenkomst niet van rechtswege worden beëindigd maar kan het door de schuldeiser worden ontbonden wegens niet-nakoming ervan door de schuldenaar overeenkomstig nieuw artikel 5.93 BW.
Art. 5.339. Verdwijning van het voorwerp
De verbintenis die onmogelijk nog kan worden nagekomen in natura om welke reden ook, zelfs al is de niet-nakoming toerekenbaar aan de schuldenaar, is van rechtswege vervallen, onverminderd de sancties die openstaan voor de schuldenaar.
Het huidig wetsvoorstel dateert van 3 april 2019 en voorziet de inwerkingtreding van de wet op de eerste dag van de achttiende maand na die waarin ze is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.