Mensen die goederen wegschenken moeten nadien nog drie jaar leven. U hoort dit heel vaak, maar wat betekent dit nu eigenlijk?
Handgift?
Een handgift is een eenvoudig instrument om goederen weg te schenken, zonder dat u schenkbelasting moet betalen. Maar…
Indien u dit doet in de drie jaar vóór uw overlijden, zal de wetgever de weggeschonken goederen fictief bij de nalatenschap tellen. De goederen zijn fysiek uit uw nalatenschap verdwenen, maar men doet alsof deze goederen nog in de nalatenschap van de schenker aanwezig zijn. Dit noemt men soms ook het fictief legaat.
De erfgenamen betalen dus erfbelasting op goederen die niet meer aanwezig zijn…
De wetgever heeft hiermee willen vermijden dat een erflater net vóór zijn overlijden al zijn roerende goederen (kunst, geld, aandelen,…) zou weg schenken zonder schenkbelasting te betalen, waarbij zijn nalatenschap “leeg" is gemaakt, en er ook geen erfbelasting (voorheen successierechten) meer verschuldigd zou zijn.
Wettelijke basis?
Art. 2.7.1.0.5. Vlaamse Codex Fiscaliteit (voormalig art. 7 Wetboek Successierechten) voorziet dat “de goederen waarvan de bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie het bewijs levert dat de erflater er kosteloos over beschikte gedurende de drie jaar vóór zijn overlijden, geacht deel uit te maken van zijn nalatenschap, tenzij de bevoordeling onderworpen is aan de schenkbelasting of het registratierecht op de schenkingen onder de levenden.”
Hoe vermijdt u de erfbelasting?
Indien u roerende goederen schenkt, is het interessanter om deze schenking onmiddellijk te laten registreren en het schenkingsrecht te betalen (3% of 7%). Hierdoor zorgt u ervoor dat de geschonken goederen niet meer fictief bij de nalatenschap worden gerekend. Ook indien de schenker ziek wordt, kan u de schenking nog laten registreren en het schenkingsrecht betalen.
Wat als de schenking toch niet geregistreerd is op het ogenblik van het overlijden van de schenker?
In dat geval laat de Wet nog toe dat de erfgenamen bewijzen dat “de bevoordeling toekwam aan een bepaalde persoon, en wordt deze als legataris van de geschonken zaak beschouwd. Als u dus kan aantonen dat een bepaald goed is geschonken aan een bepaald persoon, levert u het vereiste tegenbewijs. Dit zal echter niet steeds mogelijk zijn.