Het bewind zoals het nu bestaat: de Wet van 17 maart 2013
De Wet van 17 maart 2013 tot hervorming van de regelingen inzake onbekwaamheid en tot instelling van een nieuwe beschermingsstatus die strookt met de menselijke waardigheid, in werking getreden op 01 september 2014 hervormde de toen bestaande onbekwaamheidsstatuten ingrijpend.Voorheen had u verschillende beschermingsstatuten zoals het "voorlopig bewind", de "verlengde minderjarigheid", de "gerechtelijke onbekwaamverklaring" en de "bijstand door een gerechtelijk raadsman". De Wet bracht ze samen in één nieuw beschermingsstatuut voor wilsonbekwame personen: het "bewind", in de volksmond echter – onterecht – nog vaak “voorlopig bewind” genoemd.Vijf jaar later is het tijd voor een nieuwe modernisering en informatisering.
Het bewind 2.0: het wetsontwerp van 08 oktober 2018 en de wet van 21 december 2018
Ondanks deze – in het juridisch landschap althans – recente hervorming, volgde op 08 oktober 2018 een "
wetsontwerp houdende diverse bepalingen inzake burgerlijk recht en tot vereenvoudiging van de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek en het Gerechtelijk Wetboek betreffende de onbekwaamheid en van de wet van 17 maart 2013". Titel 2 van dit wetsontwerp heeft tot doel de wetgeving inzake het bewind te vereenvoudigen en de procedure te informatiseren, rekening houdend met de nieuwe uitdagingen die de praktijk aan het licht heeft gebracht.Bij de Wet van 21 december 2018 houdende diverse bepalingen betreffende justitie werd het wetsontwerp uiteindelijk finaal goedgekeurd. De bepalingen van deze wet traden, behoudens enkele specifieke uitzonderingen, in werking op de eerste dag van de derde maand volgend op zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad, d.i. op 1 maart 2019.
Wat we vooral dienen te onthouden is dat er in plaats van de vier bestaande verschillende procedures (binnen het kader van het reeds in 2013 vereenvoudigde bewind) nog slechts één
sui generis procedure overblijft. Deze is gesteund op de procedure van het eenzijdig verzoekschrift, waarbij enkele modaliteiten kunnen variëren van de aard van het verzoek.De louter administratieve procedures (bv. machtiging van de bewindvoerder om een handeling te stellen waarvoor de beschermde persoon onbekwaam werd verklaard) zullen soepel verlopen.De procedure met betrekking tot de juridische bekwaamheid van de beschermde persoon zelf zal vanaf de inwerkingtreding dan weer aan striktere vereisten moeten voldoen.
Daarnaast wordt ook de verplichte jaarlijkse evaluatie zoals ze nu van toepassing is, waarbij de bewindvoerder jaarlijks een stand van zaken overmaakt aan de Vrederechter in de vorm van een jaarverslag, vervangen door een permanent evaluatiesysteem, waarbij de bewindvoerder de verplichting heeft om de Vrederechter te informeren omtrent fundamentele wijzigingen in de toestand van de beschermde persoon telkens daar reden toe is. Het zal dan aan de Vrederechter zijn om te oordelen of dit aanleiding zal geven tot een evaluatie en eventuele maatregelen.
De verlichting van de procedures zoals beoogd in de wet zou geen weerslag mogen hebben op de wettelijke beschermingsmechanismen voor de beschermde personen. De nieuwe wet brengt de betrokken belangen opnieuw in evenwicht om de bescherming doeltreffender te maken: zo moet de rechter in zijn beschikking telkens expliciet uitspraak doen over een groter aantal onderwerpen, maar ook de permanente evaluatiemechanismen beperken.De schrapping van bepaalde verplichtingen speelt ook in het voordeel van beschermde of te beschermen personen nu een overdaad aan verplichtingen het beheer van hun belangen kan verlammen of de aanpassing van bestaande maatregelen kan vertragen.
Tot slot, doch minder belangrijk, wordt ook de procedure tot benoeming van de bewindvoerder vereenvoudigd, waarbij de Vrederechter de bewindvoerder pas benoemt na de bevestiging van de aanvaarding van het mandaat door de kandidaat bewindvoerder.
werkbaarheid en efficiëntie
Door het toepassingsgebied van de buitengerechtelijke bescherming te verduidelijken en te verruimen, het toepassingsgebied van de handelingen waar de Vrederechter zich ambtshalve moet over uitspreken te herzien, en door een centraal register van bescherming van de personen te ontwikkelen, is het de bedoeling de werkbaarheid en efficiëntie van de werking te verhogen.De toekomst zal uitwijzen of dit ook in de praktijk het geval is en of de werking verspreid over verschillende Vredegerechten en bewindvoerders daardoor meer uniform zal zijn.
Meer info?
Wenst u de persoon en de goederen van iemand uit uw naaste omgeving te beschermen? Overweegt u om een bewind te verzoeken voor deze persoon en om zelf als bewindvoerder aangesteld te worden of dat een derde aangesteld zou worden? Het advies en de bijstand van een advocaat is uitermate nuttig. Wij adviseren u graag concreet verder en staan u passend bij.